Stories
Hieronder een aantal verhalen over muziek die Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen in het verleden schreef voor diverse media (kranten, bladen, websites e.d.) en nieuwe verhalen voor deze website!
– – – – – – –
New York, New York
Geen stad in de wereld is zo vaak bezongen als New York City waarover minimaal 161 songs zijn geschreven. Enkele overbekende voorbeelden zijn natuurlijk het door Frank Sinatra gezongen ‘(Theme From) New York, New York’ (origineel uit 1980 van Liza Minelli), ‘Empire State Of Mind’ van JAY-Z & Alicia Keys (2009) en ‘Fairytale Of New York’ van The Pogues (1987). Ook van wijken of straten van deze metropool werden liedjes gemaakt, zoals ‘Harlem Shuffle’ van Bob & Earl uit 1963, ‘Coney Island Baby’ van Lou Reed (1976), ‘First We Take Manhattan’ (1986) geschreven door Leonard Cohen, ‘No Sleep Till Brooklyn’ van Beastie Boys (1987) en ‘On Broadway’ van The Drifters (1963). Een bekende (jazz)tune is ‘Take the “A” Train’, in 1938 geschreven door Billy Strayhorn voor The Duke Ellington Orchestra, het gaat over de destijds nieuwe metrolijn die indruk maakte op de componist. Wie wil er geen reis maken naar een stad waar Velvet Underground, Simon & Garfunkel, Ramones, Blondie en Run-DMC vandaan komen?
Een bezoek aan New York City stond dus hoog op de bucketlist van ondergetekende. Toen in november 2023 bekend werd gemaakt dat The Rolling Stones vanwege de release van hun laatste album ‘Hackney Diamonds’ weer op tournee door de USA gingen, was ik van plan ze nog eenmaal te zien. De keuze kwam dus op het tweede optreden in het MetLife Stadium in New Jersey, tegenover Manhattan aan de andere kant van rivier de Hudson. Gelukkig wilden twee vrienden Ed van Schijndel en Ed van Haagen mee, op donderdag 23 mei 2024 vlogen wij dus van Schiphol naar JFK Airport.
Op de tweede dag liepen wij toevallig langs de Blue Note Jazzclub (1), geopend in 1981 als reactie op de sluiting van vele jazzclubs in New York. Grootheden als Sarah Vaughan, Dizzy Gillespie en Lionel Hampton traden hier op. Ook werden in deze fameuze club meerdere livealbums opgenomen van o.a. van Chick Corea, Duke Ellington, Oscar Peterson en Keith Jarrett.
Hierna gingen wij met de metro richting The Dakota Building (2) waar op maandagavond 8 december 1980 John Lennon doodgeschoten werd. Zijn vrouw Yoko Ono bleef daar na zijn dood nog tientallen jaren wonen. Aan de overkant van de weg is het Central Park. Daar zagen wij een John Lennon-gedenkteken, een cirkelvormig mozaïek waarop de letters IMAGINE staan. Ter nagedachtenis aan Lennon heet een deel van Central Park (10.000 vierkante meter) sinds 9 oktober 1985 (de dag dat Lennon 45 zou worden) Strawberry Fields.
The Dakota Building en het John Lennon gedenkteken
Het eerste live album van Simon and Garfunkel ‘The Concert In Central Park’ werd op 19 september 1981 opgenomen. Het gratis toegankelijke optreden trok een half miljoen bezoekers, de dubbel-lp van de show kwam op 16 februari 1982 uit en werd een wereldwijd succes. Elton John, James Taylor en Diana Ross gaven ook grote concerten in het Central Park. Sheryl Crow and Friends namen in 1999 het album ‘Live from Central Park’ op. Tijdens dit optreden gaven the Dixie Chicks, Stevie Nicks, Chrissie Hynde, Keith Richards, Sarah McLachlan en Eric Clapton gastoptredens.
Aan de andere kant van het Central Park in het Rockefeller Center bevindt zich de Radio City Music Hall (3). De zaal werd in 1927 geopend. Artiesten die hier optraden zijn Pink Floyd, The Grateful Dead (8 shows in 9 dagen in 1980), Devo, Lady Gaga en Tony Bennett (tijdens hun Cheek To Cheek Tour), Adele, Britney Spears, Christina Aguilera en Mariah Carey. Vanuit deze zaal presenteert Jimmy Fallon The Tonight Show. De populaire tv-host ging in 2015 samen met U2 naar het metrostation in 42nd street onder Grand Central Station. Zowel de presentator als het Ierse viertal waren als straatmuzikanten vermomd. Zij speelden daar ‘I Still Haven’t Found What I’m Looking For’ en ‘Desire’. Datzelfde ondergrondse, hilarische trucje deed Fallon met Alanis Morissette, Christina Aguilera, Miley Cyrus, Maroon 5 en Green Day.
De derde dag passeerden wij toevallig Birdland Jazzclub (4), genoemd naar jazzsaxofonist Charlie Parker die de bijnaam Bird had. Deze ‘Jazzcorner of the world’ opende op 15 december 1949 haar deuren. Art Blakey, John Coltrane, Dizzy Gillespie, Thelonious Monk en Miles Davis namen hier live-albums op. In 1956 was hier een optreden van de Nederlandse jazz-zangeres Rita Reys.
Birdland Jazzclub
Zondag 26 mei was de dag van het Rolling Stones optreden in New Jersey. In de ochtend wandelden wij richting de bekendste evenementenhal ter wereld: Madison Square Garden (5). Een kleine greep uit de vele artiesten die hier optraden zijn Queen, The Police, Led Zeppelin, Madonna, Bruce Springsteen en Paul McCartney. The Rolling Stones speelden hier meer dan 30 keer, voor een uitverkocht huis. Op 10 juni 1974 was hier een optreden van The Who met in het voorprogramma…… Golden Earring. De eerste Belg die hier optrad was Stromae in 2015. Kiss gaf op 2 december 2023 hun allerlaatste show in MSG. Sinds 2014 geeft Billy Joel hier iedere maand een optreden, hij gaat hiermee door zolang er belangstelling voor is. Nadat Billy Joel in 1976 (na drie jaar in LA te hebben gewoond) met een Greyhound-bus terugkeerde na zijn geliefde stad, schreef hij ‘New York State of Mind’.
Hierna namen wij de metro naar de Bowery om een paar muziek-historische plekken te bezoeken. Een zijstraat van de Bowery heeft sinds 2003 de naam Joey Ramone Place (6) ter nagedachtenis van de fameuze Ramones-zanger die in 2001 overleed. Op een steenworpafstand van de Joey Ramone Place is Bowery nr. 315, hier was van 1973 tot 2006 The CBGB’s (een afkorting van country, bluegrass, blues) (7). Na de opkomst van de punk speelden hier in hun begintijd Ramones, Blondie, Mink DeVille, Patti Smith en Talking Heads. De eerste Engelse punkband die in de USA speelde was The Damned, dat historische optreden was in de CBGB’s in april 1977. Op 4 juli 1978 trad de Amsterdamse punkband Panic er op. Decennia later speelde de Rotterdamse band The Apers ook in de CBGB’s.
Het allerlaatste optreden in Amerikaans meest beroemde (punk)club was op 15 oktober 2008 met een optreden van Patti Smith. Toen werden voorgoed haar deuren gesloten vanwege een fikse huurstijging. Tegenwoordig huist daar de modezaak John Varvatos.
Joey Ramone Place en de voormalig CBGB’s
Vlakbij de Bowery op 96-98 St. Marks Place bevindt zich een prachtig gebouw (8). Een foto van dit gebouw diende in 1975 als hoes voor het zesde Led Zeppelin-album ‘Physical Graffiti’. Hier werd ook éen deel van de videoclip voor de Rolling Stones-single ‘Waiting On A Friend’ opgenomen. Naast de trap, waar in de clip Mick Jagger en Keith Richards zaten, is nu een organisch theewinkeltje genaamd: Physical GraffiTea.
Na een broodnodige break in het hotel (wij hadden die ochtend alweer meer dan 10.000 stappen gelopen) gingen wij rond 16.30 uur richting New Jersey. Om de hoek van het hotel was een station waar de bussen de Stones-fans rechtstreeks naar het Met-Life Stadium (9) vervoerden. Het was een prachtige route richting New Jersey, dezelfde weg die Tony Soprano aflegde in het intro van serie ‘The Soprano’s’. Eenmaal uit de bus liepen wij over een gigantische parkeerplaats richting het stadion. De Amerikanen hebben een aparte beleving bij evenementen zoals sportwedstrijden en concerten. Zij zetten hun auto op het parkeerterrein en gaan daar BBQ-en en indrinken op hun klapstoelen. Eenmaal in stadion (wij hadden staanplaatsen achterin) kwam ondergetekende voormalig ADO- en nu FC Twente-speler Sem Steijn en zijn vader Maurice Steijn tegen. Het bleek een verjaardagskado van zoon voor zijn pa, die groot Stones-fan is. Na een matig voorprogramma van de funk/r&b-band Lawrence (wat bij het rockpubliek totaal niet insloeg), was het rond 21.20 uur tijd voor een 2 uur durende Rolling Stones-show, waarmee de tachtigers bewezen dat zij nog steeds ‘The Greatest Rock’n’Roll Band In The World’ zijn. De 82.000 bezoekers kregen waar voor hun duurbetaalde kaarten: veel hits met een aantal verrassingen. Na de opener ‘Start Me Up’, gevolgd door de sixties-hit ‘Get Off Of My Cloud’, speelde men ‘Bitch’ (van ‘Sticky Fingers’), ‘Angry’ en de vote-song ‘Doo Doo Doo Doo Doo (Heartbreaker)’. Keith Richards deed weer twee songs; ‘Tell Me Straight’ kreeg het livedebuut en voor het eerst sinds 1982 speelde Keith ‘Little T&A’ van ‘Tattoo You’. ‘Midnight Rambler’ stond weer op de setlist en het stadion explodeerde zowat bij ‘Paint It Black’, ‘Jumping Jack Flash’ en de afsluiter ‘(I Can’t Get No) Satisfaction’. Na de laatste noot liepen wij tevreden richting bussen. Binnen 30 minuten zaten wij weer in een pub in Manhattan. Dit was de beste Stones-show die ik de laatste 20 jaar gezien heb. In totaal heb ik de Stones trouwens na deze dag 42 maal gezien.
Rolling Stones in het MetLife Stadium
De maandag na de Stones-show gingen wij naar de wereldberoemde Carnegie Hall (10), vooral bekend om zijn unieke akoestiek. Een keur van artiesten zoals Benny Goodman, Duke Ellington, Glenn Miller, Billie Holiday, het Dave Brubeck Quartet, Judy Garland, Harry Belafonte, Ike & Tina Turner, Nina Simone, Shirley Bassey, James Gang, Stevie Ray Vaughan en Frank Zappa & The Mothers of Invention traden hier op. Adamo, Jacques Brel, Wibi Soerjadi, Toots Thielemans en zelfs Rocco Granata gaven hier ook acte de présence.
Een paar straten verder op Broadway bevindt zich het prachtige Ed Sullivan Theater (11). In de Ed Sullivan Show werd muziekhistorie geschreven. In augustus 1955 werd daar het allereerste rock’n ‘roll nummer dat ooit op tv kwam ‘Rock Around the Clock’ door Bill Haley & His Comets uitgezonden. Op 9 september 1956 was Elvis voor het eerst in de Ed Sullivan Show. Het was zijn tiende TV-optreden.
In 1963 was een nog niet bekende Bob Dylan al eens boos weggelopen uit het theater toen hij niet zijn geplande nummer mocht spelen, maar een andere song moest doen. The Beatles maakten hier op 9 februari 1964 hun Amerikaanse TV-debuut voor 73 miljoen kijkers. De Amerikanen noemen dit nog steeds ‘The Night That Changed Music Forever’ Zij baanden de weg voor meerdere Britse bands die ook groot succes in de USA kregen. The British Invasion zorgde ervoor dat Britse Bands de bovenste plaatsen van de Amerikaanse hitlijst bezette. Op 25 oktober 1964 speelden The Rolling Stones in de Ed Sullivan Show. The Animals, Beach Boys, The Doors, The Jackson 5 en Stevie Wonder traden ook op in deze populaire show. In het Ed Sullivan Theater werd jarenlang de Late Show van David Letterman opgenomen.
Platenzaken zijn niet makkelijk te vinden in Manhattan, de huur is te hoog om met vinyl geld te verdienen. In het theaterdistrict van Manhattan vonden wij 54 Vintage Vinyl (12), een keldertje boordevol tweedehands platen. Nederlandse producten die daar stonden waren uiteraard Golden Earring, maar ook Focus.
Bovenstaande locaties zijn maar een aantal historische plekken die in New York te bezichtigen zijn. De stad ademt muziekhistorie. In de meeste pubs wordt geweldige muziek gedraaid. Kortom: een bezoek aan deze metropool is zeker een aanrader, er is geen andere stad waar men zoveel nieuwe indrukken op kan doen.
Locaties:
(1) Blue Note Jazzclub – 131 W 3rd Street, New York.
(2) The Dakota – 1 W 72nd Street, New York.
(3) Radio City Music Hall – 1260 6th Ave, New York.
(4) Birdland – 315 W 44th Street, New York
(5) Madison Square Garden – 4 Pennsylvania Plaza, New York.
(6) Joey Ramone Place – zijstraat bij 325 Bowery, New York.
(7) Voormalig CBGB’s – 315 Bowery, New York
(8) Gebouw hoes Led Zeppelin album – 96-98 St. Marks Place
(9) MetLife Stadium – 1 MetLife Stadium Drive, East Rutherford, New Jersey
(10) Carnegie Hall – 881 7th Ave, New York
(11) Ed Sullivan Theater – 1697 Broadway, New York
(12) 54 Vintage Vinyl – 246 W 54th Street, New York
Door: Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
Angie 50 jaar
Op 20 augustus 1973 verscheen ‘Angie’ van The Rolling Stones. De single kwam op 8 september binnen in de Veronica Top 40. In dezelfde week kwamen o.a. Demis Roussos ‘My Friend The Wind’ (op nr. 14), Uriah Heep met ‘Easy Livin’ (nr. 23) en Creedence Clearwater Revival ‘I Heard It Through The Grapevine’ (nr. 26) de Top 40 binnen. Op nummer 1 stond Freddy Breck met ‘Rote Rosen’ gevolgd door ‘Radar Love’ van de Earring en ‘Born To Be With You’ van Dave Edmunds. Op 20 oktober stond de ballad ‘Angie’ bovenaan de Nederlandse hitlijst waar het 4 weken bleef staan. Hierna werd de positie overgenomen door The Hollies met ‘The Day That Curly Billy Shot Down Crazy Sam McGee’. De track van de LP ‘Goats Head Soup’ haalde ook in de U.S.A., Australië, Canada, België, Frankrijk, Italië, Noorwegen en Zwitserland de eerste positie. Ondanks de verkoop van 250.000 exemplaren kwam de single in de UK niet verder dan de vijfde plek. Uiteraard was de videoclip van ‘Angie’ ook te zien in mijn favoriete tv-programma TopPop. Niet lang daarna was ik in het bezit van het singletje met op de B-kant het stevige ‘Silver Train’.
De door Jagger en Richards geschreven ballad wilde de platenmaatschappij Atlantic eigenlijk niet als single uitbrengen, na het succes van ‘Brown Sugar’ wilde men een rocksong als single. Weer een bewijs dat de platenmaatschappij het niet altijd bij het rechte eind heeft. Tijdens zijn verblijf in een Zwitserse afkickkliniek in 1972 schreef Keith de muziek voor ‘Angie’. Jagger zorgde met wat hulp van Keith voor de lyrics. Er is veel onduidelijk over de titel; in een TV-show vertelde Bowie’s vrouw Angie dat zij bij thuiskomst haar man met Mick Jagger in bed aantrof en dat de Stones-frontman haar beloofd had een nummer aan haar op te dragen, wat Jagger overigens met klem ontkende. Sommige verwijzingen in de tekst zouden naar de zelfmoordpoging en miskraam van Marianne Faithfull en de heroïne-verslaving van Keith en zijn toenmalige vriendin Anita Pallenberg kunnen verwijzen. De bezetting op ‘Angie’ is: Mick Jagger (zang), Keith Richards en Mick Taylor (akoestische gitaar), Bill Wyman (bas), Charlie Watts (drums), Nicky Hopkins (piano) en Nicky Harrison (strijkersarrangementen). Overigens werd ‘Angie’ ooit gebruikt door Angela Merkel in haar verkiezingscampagne; de Stones waren hier niet blij mee, maar ondernamen geen juridische stappen.*
The Rolling Stones maakten veel songs over vrouwen en niet altijd even complimenteus. ‘Angie’ is niet de enige zelfgeschreven Stones-song met een meisjesnaam in de titel: ‘Lady Jane’ (van de LP ‘Aftermath’, 1966), ‘Miss Amanda Jones’ (‘Between The Buttons, 1967), ‘Ruby Tuesday’ (B-kant single, 1967), ‘Dandelion’ (B-kant single, 1967), ‘Jiving Sister Fanny’ en ‘Downtown Suzie’ (geschreven door Bill Wyman, ‘Metamorphosis’, 1975), ‘Claudine’ (‘Some Girls’ 2011 Deluxe Editie) en ‘Scarlet’ (‘Goats Head Soup’ 2020 Deluxe Editie met Jimmy Page),
Ik woonde destijds met mijn moeder op de achtste etage in een flat in de wijk Meerzicht in Zoetermeer. Beneden het gebouw stond de lagere school. Op de laatste vrijdagmiddag voor de herfstvakantie mochten de leerlingen ‘iets leuks’ doen voor de klas. Ik besloot met wat leerlingen ‘Angie’ van de Stones te gaan playbacken. Een leerling had een gitaar bij zich en een andere klasgenoot had iets bij zich wat op een drumstel leek. Aangezien ik de ‘zanger’ was en er nog een beetje als rockster a-la Mick Jagger uit wilde zien, had ik die middag een blouse van mijn moeder aangetrokken. Maar in een klas met 20 baldadige leerlingen, die al uitkeken naar de vakantie, met instrumenten naast de schoolbanken tegen de muur, was het moeilijk om de klas stil te houden. Na de zoveelste keer dat iemand het drumstel of de gitaar aanraakte zei de bebaarde meester: ‘Als ik nog één keer iets hoor, gaat het niet door’. Het duurde dus niet lang eer er weer iemand een instrument betastte en de kwade leraar het ‘evenement’ afblies. Daar ging mijn podiumdebuut en ik zat nog voor lul ook in m’n moeders overhemd. Daar moest ik ook nog mee over straat.
In totaal heb ik (sinds 1982) 41 optredens van The Rolling Stones bijgewoond. Op 18 mei 1990 opende ‘The Greatest Rock’n’Roll Band in the World’ de Europese Urban Jungle Tour in de Rotterdamse Kuip, dit was de eerste keer dat ik ‘Angie’ Live hoorde spelen. De volgende keer dat ik erbij was toen zij dit nummer speelde was in het Parc des Princes, Parijs op 22 juni 1990. Ook op Shuttdorff Open Air in Duitsland (12 mei 1995), op het racecircuit van Hockenheim (19 augustus 1995), De Kuip (29 augustus 1995), in het Aloha Stadium in Hawaii (23 januari 1998), Stadspark in Groningen (2 augustus 1999), Wembley Stadium, Londen (12 augustus 1999), de Kuip (13 augustus 2003), The Point in Dublin (11 september 2003) en op Pinkpop, Landgraaf (7 juni 2014) werd ‘Angie’ ten gehore gebracht en ik was erbij!
Toen in 2016 de Rolling Stones-expositie Exhibitionism in de fameuze Londense Saatchi Gallery was, ben ik erheen gegaan. Een walhalla voor de Stones-fan. Zoveel unieke items te bezichtigen. Hoogtepunt vond ik dat de fan zijn eigen nummers kon mixen. Zo kwam ik erachter dat de riff halverwege ‘Undercover Of The Night’ niet van Keith, maar van Ronnie Wood is. Toen ik ‘aan de schuiven’ zat, heb ik ‘Angie’ alleen met zang en akoestische gitaar geluisterd……. Prachtig! Overigens is de Stones-expositie, tegenwoordig ‘Unzipped’ genaamd, tot 21 januari 2024 te bezichtigen in het Groninger Museum. Aanrader!
Het echte verzamelen van Stones-platen begon pas in 1976 bij de release van ‘Black And Blue’ (nog steeds mijn favoriete Stones-album) en de verzamelaar ‘Stones Story’. Van vele Stones-singles en -elpees zijn persingen uit vele landen in mijn bezit. De single ‘Angie’ heb ik o.a. uit Duitsland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Japan, Brazilië en zelfs uit El Salvador. Maar 50 jaar geleden werd met mijn allereerste Stones-single ‘Angie’ de basis gelegd voor een halve eeuw Stones-fan zijn: wekelijks naar platenzaken, platenbeurzen, platenmarkten en struinen op internet. En mochten de Stones ooit weer op tournee gaan……. dan ga ik weer!
*Bron 2e alinea: Boek The Rolling Stones compleet, Philippe Margotin en Jean-Michel Guesdon (2016).
Door: Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
Ruud Englebert R.I.P.
In de nacht van 19 januari 2023 overleed bassist Ruud Englebert. Hij speelde in o.a. Hollander, Rosebud, The Raiders Of The Last Corvette, Vitesse, Herman Brood & his Wild Romance, A Girl Called Johnny en Raw Medicine. Ook was hij een tijdje de bassist van Thé Lau en werkte als gastmuzikant mee aan twee albums van Ad Visser.
In 1980 kreeg Englebert enige bekendheid toen hij met de band Hollander de elpee ‘Sidekicks’ en de singles ‘Good Enough To Rock’n’Roll’, ‘Sherwood Hotel’ en ‘Love Motor’ uitbracht. Ondanks de topbezetting met o.a. gitarist Carl Carlton, toetsenist Otto Cooymans en drummer Jan Pijnenburg (ook Doe Maar) heeft men het nooit echt gemaakt. Hierna vertrok Ruud naar Vitesse. Met Ruud op de bas scoorde de band van Herman van Boeyen de grootste hits, met ‘Rosalyn’ en ‘Good Lookin’ bereikte men de Top 10 in de Nederlandse Top 40. Uit die periode komt ook het fameuze album ‘Live in Germany’ met Carl Carlton als gitarist. In 1984 zat Englebert in The Raiders Of The Last Corvette, weer met Carl Carlton en Otto Cooymans. Hiervan verscheen slechts één single: ‘My Way Home’. Een jaar later, de bandnaam was inmiddels gereduceerd tot The Raiders, verscheen ‘Touch Me’ zowel op single als op maxi-single. Een paar jaar geleden kwamen er ineens opnames boven water die de band in de fameuze Stable Studio in Arnhem maakte. Hiervan verscheen in 2021 de dubbel-cd ‘From The Stable-The Lost Tapes’.
In de jaren ’80 speelde de vermaarde Engelse band The Pretty Things in Dordrecht, de band werd in de sixties ‘ruiger en lelijker dan de Stones’ genoemd. Voor merchandise moesten wij na afloop naar de kleedkamer om persoonlijk bij zanger Phil May het laatste album aan te schaffen. De bassist zat onderuit op de bank. Ik vroeg aan hem: ‘from which part of England do you come from?’, waarop hij antwoordde: ‘Nah ik ben gewoon een Hagenees hoor’. Het was dus Ruud Englebert die ik op dat moment niet herkende. Van de originele Pretty Things waren alleen Phil May en gitarist Dick Taylor naar Nederland gekomen. Zij werden dus bijgestaan door Ruud Englebert en drummer Hans Waterman.
Terwijl Herman Brood & his Wild Romance in 1985 bestond uit David Hollestelle, bassist Gee Carlsberg, drummer Ad van der Ree en Bombitas Lies Schilp en Robbie Schmitz, gaf Herman op 11 augustus van dat jaar een memorabel optreden in Muziekcafé D’n Koperen Droes (D’n Droes) in Druten. Speciaal omdat hij speelde met de succesvolste Wild Romance uit 1978, met supergitarist Dany Lademacher, bassist Freddie Cavalli en drummer Cees Meerman. Ook de trouwe David Hollestelle was van de partij. Dit beviel Herman dusdanig dat hij weer met de succesformatie van weleer aan de gang wilde, ondanks dat de live-elpee ‘Bühnensucht’ (opgenomen in Parkzicht, Rotterdam) net in de winkel lag. De ‘oude band’ maakte nog het jaar vol, maar in 1986 speelde Herman weer met zijn maten van vroeger. Het eerste optreden met deze formatie was in Nederland 3 in Kwintsheul (tegenwoordig in Wateringen). Het was een aparte zaal, ’s-morgens werd daar nog pluimvee verhandeld, daarna moest men de zaal schoonspuiten en werd de PA naar binnen gereden. Zo ook op 31 januari 1986, het eerste optreden van Herman Brood & his Wild Romance van dat jaar. Het geduld van de bezoeker werd lang op de proef gesteld, want Herman had last van een fikse kaakontsteking en moest naar een tandarts. De opwinding was echter niet minder groot toen de Wild Romance rond half twee ’s-nachts het podium betrad: Dany Lademacher, Cees Meerman, David Hollestelle en Herman die het publiek toevertrouwde: ‘rock’n’roll gaat altijd door’! Freddie Cavalli schitterde door afwezigheid, op het laatste moment was hij afgehaakt. De Wild Romance had snel een waardig vervanger in Rudy Englebert, tijdens de bandaankondiging zei Herman: ‘uit het zigeunerkamp van Tilburg…. Rudy Englebert’. Alleen het begin van het optreden in het Westlandse zaaltje was al onvergetelijk: ‘Phoney’ dat wij nog kenden van het live-album ‘Cha Cha’.
Ruud kende een mooie periode bij de Wild Romance. In 1986 verscheen de single ‘Weep’, in die periode werd er heel veel opgetreden en begeleidde de Wild Romance voor het Vara-programma Adrenaline de legendarische soulzanger Solomon Burke. Topjaar was 1988 waarin de single ‘Sleepin’ Bird’ en het grote comebackalbum ‘Yada Yada’ verscheen. In dat jaar speelde de band o.a. op Pinkpop (met Red Hot Chili Peppers, Sinéad O’Connor, The Pogues en Joe Cocker). Ook speelde de Wild Romance in het voorprogramma van Willy DeVille voor 100.000 bezoekers in Barcelona en op het New Music Seminar in New York. Opvolger van ‘Yada Yada’ was in 1989 de coverplaat ‘Hooks’. Eind 1989 was er de jaarlijkse Duitse tournee. Ondergetekende zag daar begin december misschien wel de beste Herman Brood & his Wild Romance-shows ooit, in de jazzkelder Quasimodo, waar Herman vijf avonden op rij speelde. Het was een prachtige tijd, de muur was net gevallen, overdag bezochten we de historische stad, mensen waren als bezetenen stukken uit de muur aan het hakken, in de avond gingen we richting de zaal. Na afloop bleven wij nog lang aan de bar hangen om een drankje te doen met de bandleden. Menigeen hing aan de lippen van Rudy Englebert die altijd op humoristische wijze de mooiste verhalen vertelde. De tournee eindigde voor Ruud in mineur, want hij kreeg een zware longontsteking. Met nog één optreden te gaan belandde hij in het ziekenhuis. Het allerlaatste optreden in Frankfurt op 31 december 1989 werd Ruud vervangen door Dick Schulte Nordholt. Nadat ook Lademacher vertrok speelde Herman Brood op 3 februari 1990 niet meer met Rudy Englebert maar met Ivo Severijns in De Trucker in Pijnacker.
Als Herman Brood & his Wild Romance tijdens een vakantieperiode niet speelde, dan deed de band weleens sessies met Powerplay-frontman Jan v.d. Mey. Zo ook op een zondagmiddag in september 1989 in een kleine kroeg in de binnenstad van Utrecht. Brood-fan Ed Goes herinnert zich nog: “Wij zaten daar aan de bar, de meiden helemaal opgedoft, komt Ruud Englebert binnen en kwam bij ons zitten en sprak de onvergetelijke woorden: ‘Wat zien jullie er fris uit zeg?’ “ Aangezien de show om 14.00 uur al zou beginnen, waren wij al om 13.00 uur aanwezig en gingen al vrij snel aan het bier. Het optreden begon echter pas tegen 18.00 uur. Na twee setjes met veelal covers van de favoriete songs van v.d. Mey was het al vrij laat eer het afgelopen was. Wij eindigden op het terras achter de kroeg met de bandleden die ook niet vies waren van een alcoholische versnapering. Mijn reisgenoot wilde nog een rondje geven, maar wij hadden als ons geld al opgezopen. Dat was voor Englebert geen probleem: ‘Ik betaal wel’.
Na de Wild Romance-periode speelde Ruud nog een tijdje in de band van Frédérique Spigt, die na haar haar periode met I’ve Got The Bullets een nieuw avontuur aanging met A Girl Called Johnny. In 1993 verscheen het enige album ‘Cry For The Moon’. Het gote succes bleef uit. Hierna was Ruud bij onze Oosterburen een veelgevraagd sessiemuzikant.
Twintig jaar geleden bestond poppodium De Trucker in Pijnacker 30 jaar. Ik wilde een sessie organiseren met vijf muzikanten van bands die ooit in de Trucker gespeeld hebben onder de naam Supersessie Nederpophelden. Dus vroeg ik David Hollestelle (Wild Romance), Jan v.d. Mey (Powerplay), Henk Koorn (Hallo Venray), Henk Jonkers (Fatal Flowers) en …. Rudy Englebert (Vitesse). De mannen hadden cd’s met het repertoire uitgewisseld. De muzikanten waren er al vroeg om te repeteren. Als laatste kwamen Hollestelle en Englebert binnen, zij hadden de hele nacht samen geoefend, zij zagen er vrij brak uit. Die avond zag ik één van de beste optredens ooit in dit Pijnackerse zaaltje, een waardig optreden voor het ‘jeugdhonk’ dat dit jaar de 50 jaar aantikt.
Hierna heb ik Ruud Englebert helaas nooit meer zien spelen. Met hem verliest ons land één van de beste rockbassisten. Gelukkig hebben we de platen nog.
Door: Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
Arno, The Lonesome Zorro is niet meer
Zaterdag 23 april 2022 was een zwarte dag voor onze Zuiderburen want toen overleed Belgisch grootste Rockicoon, The Lonesome Zorro, Le European Cowboy, Charlatan, Arno Charles Ernst oftewel Arno Hintjens. De man laat een arsenaal aan prachtige nummers achter zoals: ‘O La La La’, ‘Que Pasa’, ‘Putain Putain’, ‘Elle Adore Le Noire (Pour Sortir Le Soir)’ (met T.C. Matic) en ‘Forget The Cold Sweat’, ‘Jive To The Beat’, ‘Music Is The Dope’ uit zijn imposante solo-oeuvre. Hieronder een aantal herinneringen aan de talrijke optredens die ondergetekende van de Belgische held bijwoonde.
Het meest memorabele optreden dat ik van Arno bijwoonde was op zondagavond 23 juni 1991. Plaats van handeling: een circustent op het Teatro Fantastico, een festival op de Oude Plantage in Rotterdam. Het was een nachtconcert. Op het toegangskaartje stond aanvang 24.00 uur. Op het festivalterrein regende het onafgebroken pijpenstelen. Het was allang maandag eer het optreden begon. De circustent was stijf uitverkocht en midden in de piste stond de band Charles et les Lulus. Bezetting: de Belgische blueslegende Roland Van Campenhout op gitaar, drummer Piet Jorens, Ad Cominotto op accordeon en synthesizer en natuurlijk Arno als vocalist. Het was een vreemde gewaarwording om de muzikanten van zo’n afstand zonder enige verhoging gelijkvloers te zien, alsof je in een stadion met een atletiekbaan eromheen naar een voetbalmatch zat te kijken. Na de opener ‘Ants In My Tea’ riep Arno: ‘Komen jullie maar hierheen’. Dat was niet tegen dovemansoren, binnen enkele seconden stonden wij op nog geen halve meter van de snoeiharde gitaarversterker. De band speelde de beste versie ‘Little Red Rooster’ ooit, de vocalen van Arno gingen hierbij door merg en been. De show kende eigenlijk alleen maar hoogtepunten met songs als ‘Give Me That Harp’, ‘Rhythm Of The Sea’’, ‘Tango De La Peau’, ‘La Paloma’ en ‘Suzy Q’. Mede door dit optreden is het album ‘Charles et les Lulus’ uit 1991 nog steeds mijn absolute favoriet, zonder meer de meest aparte bluesplaat ooit. Later dat najaar zag ik de band nog in het LVC in Leiden. Het was niet echt druk, maar de thuisblijvers hebben altijd ongelijk.
Ergens eind jaren ’90 was er in een Brabants plaatsje (waarvan ik de naam allang vergeten ben) nabij de Belgische grens op een dorpsplein een soort festival. Op de affiche stond een andere Belgische grootheid Guy Swinnen (met als gelegenheidsgitarist een jonge Ruben Block), een hele slechte Vlaamse bluesband en als afsluiter Arno. De optredens hadden één ding gemeen: het geluid was afgrijselijk. Afsluiter Arno speelde drie nummers, pakte de microfoon en tierde: ‘Goedverdoemme wat een kut geluid’, om vervolgens het podium podium te verlaten…. Vijfduizend bezoekers keken verbijsterd, maar hij kwam terecht niet meer terug, legendarisch!
TW Classic van 2014 op het terrein van Werchter had een topbezetting: Admiral Freebee, Triggerfinger, Arno, Seasick Steve, Simple Minds en …..The Rolling Stones. Op zijn kenmerkende wijze gaf Arno een wereldoptreden. Met klassiekers als ‘Que Pasa’, ‘Ratata’, ‘Vive Ma Liberté’, ‘Oh la la la’, ‘Putain Putain’ en de afsluiter ‘Les Filles Du Bord De Mer’ bracht een uiterst gedreven Arno al vloekend, tierend en tegen de monitors schoppend het ‘Stones’-publiek in vervoering.
De laatste keer dat ik Arno zag optreden was op 20 oktober 2018. Met Tjens Matic blikte hij terug op de roemruchte T.C. Matic-periode. Het was een spannende dag, aangezien ik dankzij een e-mailwisseling met het management had afgesproken dat ik Arno kort voor deze website mocht interviewen over zijn favoriete song. Ruim voordat de zaal open ging stond ik buiten te wachten. Na een uur wachten kwam het verlossende telefoontje van de manager, ik moest naar de backstage-ingang komen. De vriendelijke tourmanager bracht mij naar de kleedkamer. Daar zat de rockgod, keurig in pak, rustig op de bank te wachten op zijn optreden. Voor hem stonden flesjes water, niks geen wijn, sterke drank of stimulerende middelen die men doorgaans in een kleedkamer verwacht. Na de kennismaking vertelde ik hem dat ik kwam om hem te interviewen over zijn favoriete nummer aller tijden. Meteen antwoordde hij: ‘Like A Rolling Stone van Bob Dylan’. Dus ik vertelde hem dat ik mijn recorder nog aan moest doen om vervolgens te vragen: ‘Arno wat is uw favoriete nummer aller tijden en waarom’. Hij draaide 180 graden om en vertelde dat zij favoriete song ‘de meid van de straat’ van Zangeres Zonder Naam was, omdat hij zich daarin herkende, hij was immers ook ‘van de straat’. Tijdens het optreden zong hij tussen de nummers door nog een stukje van dit lied. Na het interview liet ik mijn Charles et les Lulus-cd signeren en vroeg hem naar het hier al eerder beschreven incident in het Brabantse dorpje, waar hij er na drie songs de brui aangaf. Arno antwoordde op gepaste wijze: ‘daar kan ik mij niets meer van herinneren’.
Arno is dood maar zijn geweldige muziek zal nooit verloren gaan, zoals hij in het ‘toepasselijke’ openingsnummer van de debuutplaat van T.C. Matic op zijn typerende wijze zingt: ‘Bye Bye ‘Till The Next Time’.
Door: Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
De wondere wereld van de Bootleg
In 1969 verscheen in de USA de allereerste illegale plaat, ook wel bootleg genoemd. Bootlegging betekent letterlijk smokkelen, het woord stamt uit de jaren ’20 van de vorige eeuw toen in de Verenigde Staten alcohol verboden was en er een illegaal circuit ontstond. Onuitgebrachte opnames van Bob Dylan verschenen op de elpee ‘Great White Wonder’. Niet lang daarna kwamen de geluidsbanden naar Europa en werd daarvan ook een ‘witte elpee’ (zoals wij dat in Nederland noemden) geperst. De opnames werden zelfs op de VPRO-radio gedraaid. Het was duidelijk dat er geen afdracht aan de Stemra plaatsvond. Vanaf 1970 kwamen veel bootlegs in Nederland tot stand. Na Dylan kwamen er van The Rolling Stones, The Beatles, Led Zeppelin, Pink Floyd en later Bruce Springsteen en vele andere artiesten illegale platen uit. Werden de platen eerst nog vanuit smoezelige winkeltjes en op het Waterlooplein in Amsterdam verkocht, later kwam het vinyl ook in reguliere zaken.
Vastgoedketen Radio Modern, die ook platen verkocht, adverteerde zelfs in de krant met de eerdergenoemde Dylan-plaat. Die fout maakte platenketen Elpee in 1976 ook, toen men ten tijde van de Europese Tour van The Rolling Stones adverteerde met de elpee ‘Gather No Moss’ met daarop live opnames van het optreden in Brussel op 6 mei 1976. Gevolg: er volgde een inval en de nog niet verkochte platen werden in beslag genomen. De bewuste elpee werd ondanks de matige kwaliteit een collector’s item die voor een veelvoud van de oorspronkelijke prijs op beurzen verkocht werd. In 2020 verscheen er een mooi boek over de opkomst van de witte plaat in Nederland door Charles Beterams, genaamd ‘Little White Wonder’, waarin bovenstaande feiten prachtig in beschreven staan.
Bootlegs bestaan vaak uit slechte live opnames of onuitgebrachte nummers (outtakes) van bekende artiesten. De eerste in Nederland gemaakte opname die op bootleg (3LP) uitkwam, was ‘Kralingen’, waarop een unieke registratie staat van o.a. Santana, Jefferson Airplane, The Byrds, The Soft Machine en Pink Floyd die eind juni 1970 op het Holland Pop Festival in het Kralingse Bos in Rotterdam optraden. Een mooie podcast over het festival en de totstandkoming van de plaat is hier te beluisteren. Hierin wordt verteld dat het de bedoeling was op de illegale plaat goedkoper in de markt te zetten dan de reguliere releases van de officiële platenmaatschappijen. Dat werd snel anders, de prijs van de bootlegs (een gewild verzamelobject voor de fans) lag al vrij snel hoger dan normale uitgaves.
Verzamelwoede is ondergetekende niet vreemd. Vanaf 1976 koop ik regelmatig elpees van The Rolling Stones. Nadat ik dat jaar ‘Black And Blue’ (nog steeds mijn favoriete Stones-plaat) aanschafte, werd mijn verzameling al snel groter. In de vakanties werkte ik als scholier op de kermis. Het verdiende geld werd al snel in vinyl ‘geïnvesteerd‘. Zo kocht ik in 1977 mijn eerste witte elpee van The Rolling Stones bij Supertracks op het Achterom in Delft. De plaat heette ‘Nasty Music’. In tegenstelling tot andere bootlegs waren dit geweldige opnames (gestolen banden?) van een Stones-concert uit Brussel 1973. De hoes was niet meer dan een vierkant stenciltje op een algemene hoes. Als snel ging de schaar in het blaadje, ik knipte de belangrijke dingen uit en plakte dit op de witte hoes en uit de Muziek Expres plakte ik een foto van Mick Jagger erbij. Later had ik daar eeuwig spijt van, jarenlang was ik op zoek naar de plaat. Nooit meer gevonden, totdat ik vorig jaar een nog ge-sealt exemplaar in perfecte staat vond in een prachtig zaakje in Nijmegen. Aangezien mijn versie behalve verknipt ook grijsgedraaid was, aarzelde ik geen moment om deze voor (na enig afdingen) voor 90 euro te kopen. Eerder dit jaar zag ik hetzelfde album op een beurs in het Rotterdamse Ahoy voor ‘slechts’ 320 euro. Dezelfde opnames zijn illegaal later ook op cd uitgebracht onder de naam ‘Brussels Affair’. In 2012 kwamen The Rolling Stones met een officiële uitgave (een deluxe box met allerlei memorabilia, 2cd, 3lp en boek), maar de prijs van meer dan 900 dollar was mij te gortig. Begin september 2020 zat ‘Brussels Affair’ gelukkig als extra bij de Deluxe Box van de heruitgave van ‘Goat’s Head Soup’.
Mijn eerste Stones-concerten die ik bijwoonde waren in 1982 in de Rotterdamse Kuip waar ik op 2, 4 en 5 juni naar alle drie de shows ging. Een maand later reisde ik nog af naar Keulen want het was ‘naar verluidt’ de allerlaatste tour. Gelukkig kwamen vele shows van deze tour op bootleg uit. De hoezen werden mooier (full color), ik was dolgelukkig dat ik twee concerten uit de Kuip (‘Rotter’ Beast Of Burden’ en ‘Mojo’s Finest 82′) op vinyl vond. De prachtige hoezen van de optredens uit Gotenburg en vooral die van Napels op de dag dat Italië wereldkampioen voetbal werd (‘Mundialito ‘82’, het vinyl in de drie kleuren van de Italiaanse vlag), zijn ondanks de matige geluidskwaliteit toch wel parels in de collectie.
Als Nederpop-liefhebber en verzamelaar met Herman Brood & his Wild Romance als absolute favoriet ben ik in het trotse bezit van twee bootlegelpees: ‘Junkies Of All Nations Unite!’ en ‘Niteclubbin´. Van eerstgenoemde zijn er 300 geperst terwijl er van die andere slechts 100 exemplaren op de markt kwamen. Beide concerten zijn opgenomen in de fameuze Berlijnse jazzkelder Quasimodo, waar Herman Brood & his Wild Romance meer dan 90 keer optrad. Helaas ben ik niet in het bezit van Golden Earring-bootlegs. Tijdens het Parkpopfestival in 1996 griste een maat van mij net voor mijn neus een Earring bootleg-cd weg. Vlak nadat hij deze afgerekend had, werd de ‘arme’ standhouder omsingeld door een aantal politieagenten die de boel afzette en een deel van zijn verkoopwaar in beslag namen. Playland in Delft stond ook bekend als bootlegverkoper. Diverse malen werd de eigenaar ‘gepakt’ en kreeg hoge boetes. Binnen twee weken waren de illegale cd’s en platen daar alweer te koop. De laatste keer dat hij gepakt werd, was de boete zo hoog dat de deze markante winkel in 1997 zijn deuren sloot. De eigenaar zat daarna een aantal jaren in de schuldverlening.
Elpees en cd’s van concerten waar ik geweest ben, hebben op mij altijd aantrekkingskracht. De eerste keer dat ik U2 zag was in Ahoy, Rotterdam in 1984. Daarvan kwam destijds ‘The Unforgettable Show’ uit, natuurlijk is deze in mijn bezit. Een aantal jaar geleden kwam ik in het bezit van een elpee van The Clash op het Lochem-festival 1982, waar ik aanwezig was. Vooral voor de achterkant van de hoes, waar de chaos goed te zien is, heb ik het vinyl gekocht. Tijdens een vakantie in Italië in de zomer van 1989 bezocht ik in Florence en Venetië platenzaken. Daar vond ik ook een paar mooie bootlegs, Italië was destijds een walhalla voor illegale platen. Behalve een geweldig concert in sublieme kwaliteit van The Police vond ik daar voor slechts 30.000 Italiaanse lires de 3lp ‘Articulate Speech Of The Heart’ van U2. Dat er unieke opnames opstonden, kwam ik thuis pas achter: U2 speelt de Ben E. King-klassieker ‘Stand By Me’ met als speciale gast Bruce Springsteen. Van Bruce Springsteen kwam overigens in de jaren ’90 bijna elke show uit op cd, Crystal Cat maakte hiervan altijd prachtige uitgaves. Het verhaal gaat dat bij ieder Springsteen-concert een kerel met een grote bril vooraan stond. In deze bril waren twee microfoons en een zender verwerkt. Dat werd opgevangen op het parkeerterrein en aldaar vastgelegd. Was het eerst nog de bandrecorder die naar concerten meegesleept werd, toen werd het de cassetterecorder, de minidisc en later een hd-recorder. Het nieuwste op dit gebied is een zender die de frequentie van het oortje van een bepaald bandlid, bijv. Mick Jagger of Bono, opzoekt en daarmee de soundboard opnames maakt.
Met de herwaardering van het vinyl doet ook de bootlegelpee weer zijn intrede en worden vele opnames uit het verleden opnieuw uitgebracht. Ook de clandestiene cd-handel doet weer zijn intrede, maandelijks krijg ik de mogelijkheid om boxen van The Rolling Stones aan te schaffen. Vaak uitstekende opnames uit de studio, veel onuitgebracht materiaal, andere versies enz. Zo keek ik uit naar de 7 cd’s tellende box ‘Black and Blue’ reworked: cd 3 t/m 5 bevatten ‘The Rotterdam Rehearsals’. De Stones waren namelijk begin januari 1975 in het diepste geheim aan het oefenen in de Doelen in Rotterdam. Tijdens een dag thuiswerk besloot ik deze cd’s even te draaien. De opnames zijn echter een grote teleurstelling. Een fan kreeg snel lucht van de aanwezigheid van de Stones en nam zijn bandrecorder mee om al die dagen op te nemen. Er scheen een deur open te staan, waardoor het geluid naar buiten kwam. De songs, veelal ellenlange jams, zijn vaak onherkenbaar. Wat wel goed te horen is, zijn de auto’s die langsrijden, de pratende mensen die langslopen en de gesprekken van de fans onderling. En dat 4x 70 minuten achter elkaar. Zonder meer de slechtste Stones-bootleg uit mijn collectie. Het kan verkeren.
Door: Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
De drankjes zijn van Herman
Het is dit jaar twintig jaar geleden dat Nederlands grootste rock’n’roll-idool Herman Brood op 11 juli 2001 een einde aan zijn leven maakte door van het Hilton hotel in Amsterdam te springen. Het nieuws draaide in die dagen om Herman Brood. Ondergetekende, Herman Brood-fan sinds 1978 (hij zag zijn idool 120 maal optreden), was enkele dagen later bij de begrafenis-plechtigheid in Paradiso.
De zondagochtend voor Herman Broods begrafenis, die op 16 juli 2001 plaatsvond, werd ik uit mijn bed gebeld door mede Brood-fan Ed Goes. “Je staat op de lijst voor genodigden, voor de herdenkingsbijeenkomst van Herman Brood, in Paradiso morgen.” Toen ik vroeg hoe ik daar op kwam, bleek dat Alex uit Breda, een huisvriend van de familie Brood, met Hermans vrouw Xandra besproken had wie er in Paradiso aanwezig moesten zijn. Zij vond het belangrijk dat er ook fans in de zaal aanwezig waren die Herman heel vaak hebben zien optreden. Dus na overleg met Ed kwam ik ook op die lijst van genodigden.
In alle vroegte gingen wij naar Amsterdam. Eerst naar het Hilton. Daar was het één bloemenzee. Er stond ook een piano. Daarna door naar Paradiso. Daar was het rond half één al een drukte van belang vol afzettingen en een zwaar bezette security. Voor mensen zonder uitnodiging was er geen kans om binnen te komen. Vele bekenden liepen langs. Majoor Bosshardt kwam in haar Fiat Panda aangereden, stopte voor de deur van Paradiso, liet haar auto staan en stapte uit. Geen auto, tram of zelfs Hells Angels op hun motor konden er meer langs. Gelukkig werd het vehikel later weggehaald anders had zelfs de lijkwagen Paradiso niet kunnen bereiken. Bij de voor- en de zij-ingang bleek men van een lijst genodigden niets af te weten en begon de paniek bij ons toe te slaan. De lijst zat nog in de handtas van Manuela Kemp. Na enig overleg riep iemand: “De genodigden mogen binnenkomen.” Dit was niet tegen dovemansoren. Als een speer renden wij de trappen bij de ingang op en even later waren wij binnen. We wachtten geduldig op wat komen zou.
Toen we de zaal inkwamen, zagen we achter het podium een prachtig levensgroot portret van Herman in betere tijden, afkomstig van fotograaf Anton Corbijn. De drankjes waren ‘van Herman’, zei de barman toen we wilden betalen. Even later betraden de roadies van Herman Brood & his Wild Romance Paradiso in werkkleding. Zij droegen de zwartglimmende kist. De rest van de middag ging als een film voorbij. Toen wij later beneden stonden, waren wij omringd door BN-ers. Voor mij stond Richard Jansen (ex-Fatal Flowers) met zijn toenmalige vriendin Ellen ten Damme, achter mij Willibrord Frequen (samen met de doodgraver de enige twee in pak), daarachter stond Barry Hay en rechts naast mij bevond zich cabaretier Hans Teeuwen. Hij liet zijn glas vallen, dat op mijn schoen stuiterde. “Daar sprong hij weer”, grapte hij. Het werd een memorabele middag. De plechtigheid werd geopend door Hermans manager Koos van Dijk (de enige die in zo’n kort tijdsbestek zoiets groots kan organiseren). Nadat er drie nummers gedraaid werden die Hermans dochters uitgekozen hadden, kwam de Wild Romance op het podium. Drummer Guzz Genser zong ‘Many Rivers to Cross’. Dat was overigens een vreemde gewaarwording, links op de plaats van Hermans piano stond de doodskist en rechts zijn band. Hierna begeleidde de Wild Romance het duo André Hazes & Kaz Lux, dat de Ray Charles-klassieker ‘What ‘d I Say’ zong.
Hans Dulfer speelde een heel gevoelig solostuk zonder band. Hierna kwam de Wild Romance weer met achtereenvolgens Bertus Borgers (hij speelde o.a. ‘Still Believe’), de Bombitas (‘Eternal Flame’), Peter Bootsman (New Adventures, die ‘Home’ van Iggy Pop ten gehore bracht) en ex-Wild Romance drummer Kees Meerman. Laatstgenoemde bespeelde voor de gelegenheid de akoestische gitaar tijdens ‘Champagne & Wine’. Ook Candy Dulfer gaf acte-de-présence. Hermans aangenomen dochter Brenda zong het gevoelige ‘Strong Enough’ (van Sheryl Crow). Tussendoor waren er toespraken van Jules Deelder, Hans Teeuwen en Bart Chabot, die overigens de conference van zijn leven gaf. Tot slot kwamen Hermans dochter Lola en (ex?) vrouw Xandra aan het woord, wat nogal aangrijpend was. Daarna was het ‘feest’ afgelopen. Het was een waardig afscheid.
Dit had ik écht voor geen goud willen missen. Toen de zaal langzaam leeg liep, wandelde ik naar het podium om de kist aan te raken. Ik condoleerde gitarist David Hollestelle en liep richting de uitgang. Daar zag ik Anton Corbijn zijn zelfgemaakte portret van Herman fotograferen. Een paar meter verder stond tegelijkertijd weer een andere fotograaf zijn grote voorbeeld op de gevoelige plaat te zetten. We konden nog niet naar buiten, want duizenden mensen versperden de ingang. Op het moment dat de kist naar buiten gedragen werd, scandeerde men: “Herman bedankt, Herman bedankt.” Na al die gratis drank in Paradiso, waren wij wel aan een goede maaltijd toe. We besloten bij het Hollands eethuisje ‘De Blauwe Hollander’ te dineren. Dat was in mijn ogen een mooie afsluiter, aangezien ik bij de meeste Paradiso-concerten vooraf in dit etablissement ging eten. Hierna gingen wij nogmaals naar het Hilton, tekenden daar het condoleanceregister en sjokten naar Herman Broods huis (op twee minuten loopafstand). Hierna vertrok iedereen weer naar huis.
Het was voor mij het einde van een tijdperk. Nooit zal ik meer een concert van Herman Brood & his Wild Romance zien. Wat overblijft zijn schitterende herinneringen en mijn grote verzameling, waar ik nog steeds niet mee klaar ben. Ik blijf ontbrekende platen verzamelen, ook al worden dat er steeds minder. Tijdens het beluisteren van die opnames zie ik steeds weer dat beeld van die man met die vetkuif, in dat nette pak, die in een moordend tempo in een donkere, rokerige zaal zijn piano beroert. Maar…zoals hij ooit op de B-kant van de single ‘Hot Shot’ bezong: “Old Memories Don’t Pay My Liquor Bill.”
Door: Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
(uit het boek Muziekliefhebber – Erik Bevaart – MullBrull Boeken 2007)
– – – – – – –
OLD COCKS on the BLOCK meets De Raggende Manne
Op vrijdagavond 1 maart 1995 zouden wij met onze Pijnackerse band, de punkpopparodieformatie OLD COCKS on the BLOCK het voorprogramma verzorgen van de legendarische Raggende Manne in de al even legendarische Delftse popzaal de Eland. De Raggende Manne hadden toen net hun nieuwe CD ‘Rooie Pap’ uit. Hierop de culthit ‘Poep in je hoofd’, waarin frontman Bob Fosko zingt: ‘Zal ik jou eens effe lekker in je bek schijten of heb je al poep, poep in je hoofd!’ Aangezien ons bandje in eigen dorp bij optredens veel volk trok, gaf de Eland ons 50 kaarten mee om te verkopen, die waren in een mum van tijd weg. Groot was de teleurstelling dat wij een dag voor het optreden gebeld werden met de mededeling dat het optreden een maand opgeschoven werd, er was één der bandleden ziek. De volgende datum werd vrijdag 5 april.
Op zondagavond 3 maart kwamen wij achter de ware reden dat de Amsterdamse band had afgezegd, zij waren te gast in het populaire programma Jiskefet bij de Lullo’s waar zij ‘Poep in je hoofd’ speelden. De opnames waren altijd op vrijdagavond.
Een maand later vertrokken wij al vroeg naar De Eland en namen daar bezit van de kleedkamer, waar wij niet lang zaten, want wij werden naar de zolder gestuurd, de kleedkamer was uitsluitend voor De Raggende Manne. Geen probleem want wij hoefden ons toch niet om te kleden. Het werd een memorabele avond, de OLD COCKS on the BLOCK klonken via een echte PA zowaar een stuk beter en De Raggende Manne gaven een geweldige show. Wat ook belangrijk was, de alcohol vloeide rijkelijk. Ook het publiek had een prima avond vol vermaak.
Na afloop ging ik met onze bassist Anton nog even naar de zolder die in allerijl als kleedkamer ingericht was. Er was een strook van ongeveer 1,5 meter waar wij ons mochten begeven. De rest van de zoldervloer was bedekt met een gigantisch wit doek. Hierop waren voor een of ander kindertheater allerlei dieren geschilderd. Al maanden werkte men aan het kunstwerk. Er werd ons dus verboden over het mooie doek te lopen. Aangezien zowel onze bassist als ik na de optredens al behoorlijk diep in het glaasje hadden gekeken, haalde ik een viltstift uit mijn binnenzak (die ik had meegenomen om vooraf de setlist op te schrijven) en zei tegen de bassist: ‘Jij durft dat beest daar op dat doek geen lul te geven?’ en reikte hem de viltstift aan. Hij aarzelde geen moment, in een mum van tijd was een aantal dieren voorzien van een enorme penis. Lachend liepen wij naar beneden om weer richting ons dorp te vertrekken.
Een paar dagen later kwam de bassist erachter dat hij zijn instrument in de kleedkamer had laten staan, waarschijnlijk vergeten omdat hij die avond een drankje ophad. Gelukkig woonde er een bekende in de buurt, die heeft de bas diezelfde week weer opgehaald. Toen wij enige tijd later weer een optreden hadden en twee dagen daarvoor nog even gingen repeteren, haalde de bassist zijn bas uit de hoes. Op de achterzijde stond een groot mannelijk geslachtsdeel getekend, met daaronder de onvergetelijke tekst: ‘groetjes De Eland’.
Door: Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
Op 19 december 2019 overleed vrij plotseling het fenomeen Justus Anton Deelder, beter bekend als Jules. De Nachtburgemeester van Rotterdam, fervent Spartaan, een Jazz-propagandist, was de bekendste dichter van Nederland! Altijd scherp, zeer rap van tong en zijn verschijningen op TV waren altijd spraakmakend. De media besteedden uiteraard veel aandacht na zijn overlijden. De stad Rotterdam zal nooit meer hetzelfde zijn.
De eerste keer dat ondergetekende Jules Deelder op TV zag, was in 1979. Het VPRO-programma NeON, waarin punkmuziek centraal stond. Jules, destijds bestempeld als punkdichter, presenteerde het programma en maakte ook reportages. In één van de afleveringen was Jules met een cameraploeg in Berlijn. Zij reden met de auto langs de met graffiti volgespoten muur. Even later gingen zij de grens over naar Oost-Berlijn. Daar was de muur nog maagdelijk zonder ‘versiersels’. Hier bracht Jules verandering in, hij liep naar de muur met een spuitbus en spoot daar de legendarische woorden ‘beter maf dan mof’.
In datzelfde jaar verscheen Deelder ook in de film Cha Cha rondom mijn idool Herman Brood, waarin ook Nina Hagen furore maakte.
In 1984 zag ik Jules voor het eerst optreden in Jongerencentrum de Trucker in mijn woonplaats Pijnacker. De zaal was om half acht al afgeladen want een half uur later zou de bekende Rotterdammer beginnen. Een vroege show zodat hij nog de laatste trein (de Hofpleinlijn destijds) naar Rotterdam kon nemen. Hij stapte echter pas om half elf het trefcentrum binnen, in zijn hand een piepklein koffertje waar zijn teksten inzaten. Wat volgde was een anderhalf uur durend optreden op zijn bekende tempo waar menig mop, anekdote, verhaal en gedicht de revue passeerde. De zaal smulde van zijn performance en onderwerpen als de oorlog, Jazz, politiek en uiteraard voor velen de belangrijkste bijzaak in het leven: voetbal. Hilarisch was Jules’ opmerking toen er een bierflesje van de trap naar beneden kletterde: ‘ Voel je je wel goed daarboven? Steek anders een klein pilletje onder je tong.’ Zijn afsluitende woorden waren: ‘Onthou een ding: de dood is de enige echte democraat, niet D66!’
Na het optreden bleef hij nog lang hangen. Om half vier ‘s-nachts stond hij nog in de gang met ‘Jan en alleman’ te praten. Een taxi bracht hem tegen het ochtendgloren weer richting de Maasstad.
Als Herman Brood (& his Wild Romance) in Rotterdam optrad, was Jules altijd aanwezig. In 1985 speelde Herman Brood in het Rotterdamse Parkzicht. Tussen de nummers door zei Herman: ‘Jules Deelder is er vandaag niet, want hij is vader geworden van een dochter, haar naam is Ari.’ Twee jaar later speelde de band weer in Parkzicht. Jules was prominent aanwezig, achter de flipperkast. Mijn favoriete voetbalclub FC Den Haag stond op dat moment ongeslagen bovenaan in de Eerste Divisie. Ik zei tegen Jules: ‘volgend jaar komt mijn club weer naar Spangen, want we worden kampioen.’ Waarop hij de onvergetelijke woorden sprak: ‘Je moet nooit de huid verkopen voordat de beer geschoten is.’
In 1998 deed Deelder met Herman Brood en Bart Chabot een theatertour, genaamd ‘Apocrief’. In de Rijswijkse Schouwburg zag ik een hilarisch optreden. Vooral ‘het geloof’ moest het ontgelden, waardoor een aantal bezoekers onverrichter zake huiswaarts keerden. Een jaar later deed het trio het nog dunnetjes over echter ditmaal geheel geïmproviseerd. De show in het Delftse Stadstheater ging helemaal nergens over. Herman liep toen al op zijn laatste benen.
In 2003 bestond het Pijnackerse poppodium De Trucker 30 jaar. Om dit jubileum luister bij te zetten werd Jules Deelder geboekt. Ter promotie deed ik een interview met het fenomeen het Rotterdamse etablissement Het Westerpaviljoen, vlakbij zijn huis. Jules, strak in het pak, was precies op tijd, kwam aan het tafeltje zitten en bestelde een kop koffie. Hij vertelde dat zijn carrière in 1966 al een hoogtepunt kende, door te debuteren in Carré! Dat hij in de jaren ‘60 ook in de gitaarloze band The Addicts zong. Bij een radioprogramma ontmoette hij Jimi Hendrix, die wilde graag Jules’ jasje hebben. Vervolgens nodigde Hendrix Jules uit om het optreden in Ahoy bij te wonen. Na afloop nam Jules Jimi Hendrix mee naar zijn huis om de backstage-hektiek te ontvluchten en naar verluidt bleef de wereldgitarist bij Jules logeren. De volgende morgen was Hendrix al vroeg vertrokken en lag er een bedankbriefje. Verder sprak hij over De bokser Bep van Klaveren: ‘een van de grootste legendes van Rotterdam’. Hierover schreef hij de biografie ‘The Dutch Windmill’, die ik gesigneerd in mijn bezit heb. Hij vond de toenmalige voorzitter van Feyenoord Jorien v.d. Herik het prototype van een NSB-er en het Koningshuis een toeristische attractie. Bovendien had hij weinig lovende woorden voor Maxima wat hij maar een ‘afgelikte boterham’ vond.
Enkele weken later was het uitverkochte optreden van Jules in Pijnacker. Uiteraard kreeg hij de lachers weer op zijn hand en waren er muzikale intermezzo’s met zijn band Trio Me Reet waar hij met kwastjes de snaredrum beroerde. Ook ditmaal bleef hij na afloop lang hangen en had ik nog hele gesprekken met ‘de man in het zwart’. Enkele uren later, inmiddels vrijdag, mocht ik naar de handelaarsdag van de grote platenbeurs in Utrecht! Eenmaal binnen kwam ik Jules tegen, zei hem gedag, hij liep mij straal voorbij.
Ondanks de al eerder genoemde ontmoeting met Jimi Hendrix hield Deelder niet van gitaren. Uit zijn imposante platencollectie maakte hij een mooie jazz-compilatie cd ‘Deelder Draait’ (2002). Dit album werd een succes waardoor een vervolgserie verscheen: ‘Deelder Draait Door’ (2003), ‘Deelder Blijft Draaien’ (2004) en ‘Deelderhythm’ (2006). Voor ‘Deelder Draait Door’ ontving hij later de Edison.
De laatste jaren hoorde ik weinig over Jules, totdat hij bij Jinek zat en daar de boel behoorlijk op stelten zette. In november zat hij bij Pauw om zijn eigen Hard Gin te promoten. Hij zag er erg oud uit, maar was wel weer scherp!
Op 24 november werd zijn 75ste verjaardag groots gevierd in de Rotterdamse Doelen, hij was zeer verbaasd dat hij deze leeftijd bereikte. Nog geen maand later op de avond van 18 december sloeg het noodlot toe, Jules werd onwel, men bracht hem naar het ziekenhuis waar hij de andere ochtend overleed.
Met Jules Deelder verloor Nederland een markant figuur, een vrijdenker, voor altijd verbonden met mijn idool Herman Brood. Hopelijk hebben zij samen veel plezier daarboven.
Door: Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
Over de muur
Vandaag is het precies 30 jaar geleden dat de muur van Berlijn viel. Misschien wel de meest historische gebeurtenis in Europa sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Een extra journaal op 9 november 1989 maakte het wereldnieuws destijds bekend. Dit betekende tevens het eind van het Oostblok, de val van het communisme en de Koude Oorlog. Europa zou nooit meer hetzelfde zijn. Vele liedjes werden er over Oost en West en de Koude Oorlog geschreven, waarvan ‘Russians‘ van Sting, ‘Nikita‘ van Elton John en ‘99 Luftballons‘ van Nena de bekendsten zijn. Ook in de Sex Pistols-klassieker ‘Holidays In The Sun‘ gaat het over de Berlijnse muur: ‘I’m looking over the wall and they’re looking at me, now l got a reason and I’m still waiting, now I got a reason to be waiting The Berlin wall.’ Het mooiste lied over Oost- en West-Berlijn komt echter van eigen bodem: ‘Over de muur‘ van Klein Orkest.
De stad Berlijn was voor vele artiesten een onuitputtelijke inspiratiebron. Lou Reed maakte in 1973 een conceptalbum ‘Berlin’. David Bowie woonde er een tijdje, nam er in de befaamde Hansa Studio’s de albums ‘Low’, ‘Heroes’ en ‘Lodger’ op. Ook maakte Bowie de soundtrack voor de indrukwekkende film ‘Christiane F. – Wir Kinder vom Bahnhof Zoo’ wat zich in de drugsscene van het Berlijn van begin jaren ’80 afspeelde. Samen met Iggy Pop nam hij in diezelfde studio de LP ‘Lust For Life’ op. Voor ondergetekende behoort dit album tot de absolute top 3 van favoriete albums. U2 nam in de al eerder genoemde Hansa Studio misschien wel hun beste album ‘Achtung Baby’ (1991) op. Dit was in ieder geval hun laatste goede plaat. Nick Cave and The Bad Seeds, Depeche Mode, Killing Joke, Siouxsie and the Banshees en Marillion maakte ook opnames in deze fameuze studio. Roger Waters gaf op 21 juli 1990 een gigantisch optreden voor 350.000 mensen bij de Berlijnse muur en speelde daar het Pink Floyd-album ‘The Wall’.
Onze eigen Herman Brood maakte ooit een prachtig lied ‘Berlin Schmerszt‘, waar hij in het Duits zijn heimwee naar deze historische stad treffend beschreef. Sinds begin jaren ’80 tot 1999 tourde Herman met The Wild Romance de laatste twee maanden van het jaar door Duitsland. Begin december speelde hij altijd vijf avonden op rij in Quasimodo, een legendarische jazzkelder aan de Kantstrasse nabij de Kurfürstendamm. Geen zaal waar Herman vaker speelde (meer dan 80x). Iedere avond was het er volle bak en Herman speelde er tot diep in de nacht. Bart Chabot schreef ooit een prachtig verhaal voor de Playboy over de Herman optredens in Quasimodo. Toen ik dit artikel las dacht ik: ‘daar moet ik ooit heen’.
In de nacht van 5 december 1989 zat ik met drie mede-rockliefhebbers in de nachttrein richting Berlijn. De muur was net gevallen, maar sommige Oost-Duitse gebruiken waren nog in takt. Toen ik op een bank lag te slapen, kreeg ik een schop in mijn zij van een Oost-Duitse tante in uniform, een kruising tussen Bessie Turf en een Oost-Europese discuswerpster. Of ik maar even mijn paspoort en kaartje wilde laten zien. Al scheldend voldeed ik aan haar wens. In de vroege ochtend kwamen wij aan op station Bahnhof Zoo. Eenmaal uitgestapt maakte deze stad een onbeschrijflijke indruk op mij. Uiteraard alles bezocht: Checkpoint Charlie, Brandenburger Tor, Rijksdag en Alexanderplatz (waar nog uitsluitend auto’s van het merk Trabant rondreden). Maar een wandeling langs de muur, waar mensen als waanzinnigen stukken uit aan het hakken waren, maakte de meeste indruk. Mede Brood-fanaat Kees Tiemstra was ook iedere ochtend aan het hakken. Na het Herman optreden in Quasimodo gaf hij een groot stuk muur (inclusief graffity) aan Brood-gitarist Danny Lademacher, die was hier zo blij mee dat hij zijn fan boven op de mond zoende.
Quasimodo was een prachtige plek voor optredens. Mooie jonge dames liepen er met dienbladen met grote glazen bier en wisselgeld. Als je vooraan stond kon je gewoon bestellen. Dat deden wij dus met enige regelmaat. De tweede avond kreeg ik net een groot glas met heerlijk Duits bier in mijn handen gedrukt, toen Herman tijdens de toegift riep: ‘Das Klavier ist frei’. Ik stak mijn hand op en Herman maande mij naar voren, trok mij het podium op. Even later stond ik verbijsterd achter de piano. Herman wees de toetsen aan en even later zette hij de Little Richard-klassieker ‘Keep a Knockin’ in, gevolgd door ‘Tutti Frutti’. Ik kan absoluut niet piano spelen en door Herman’s moordende tempo kreeg ik al na 20 seconden al kramp in mijn polsen. ‘Gelukkig’ heb ik hiervan de opnames nog. Wij hebben de eerste drie avonden bijgewoond, het waren de beste Herman Brood & his Wild Romance concerten (van de 120x) die ik ooit gezien heb. Wat een sfeer en enthousiast publiek. ‘Hermaaaan’ en ‘Zugabe’ schreeuwde het enthousiste Berlijnse publiek, voor weer een toegift.
Toen ik mijn idool daar zo zag spelen droomde ik: ‘Als je als Nederlands artiest zo ver van huis in Berlijn kan spelen is dat toch fantastisch.’ Mijn jongensdroom kwam 13 jaar later uit. In die tijd deed ik samen met Menno ‘Bizarro’ Mekern ‘An Acoustic Tribute To Ramones’ genaamd Mondo Bizarro, waarmee hij met 12-snarige akoestische gitaar en ik met tamboerijn wekelijks de podia onveilig maakten met een set van 19 Ramones-songs in 25 minuten en dat op volle snelheid. Voor bands als de Heideroosjes (die ons ooit voor een optreden in Paradiso vroegen) en Peter Pan Speedrock waren wij een ideaal voorprogramma. Op vrijdag 1 maart 2002 speelden wij samen met de Pijnackerse punkband Sidekickbob en het uit Boston afkomstige The Peasants in de fameuze punkzaal Wild At Heart in de Berlijnse wijk Kreuzberg. Aan publieke belangstelling geen gebrek, want wij hadden een bus met fans uit Nederland meegenomen. Mijn persoonlijke hoogtepunt van dit optreden was toen wij de Ramones-song ‘The KKK Took My Baby Away’ speelde. Ik liet het publiek de keuze of wij het nummer in het Duits of Engels zouden spelen. Het werd dus in het Duits: ‘Die Wickingjugend hat mein Mädchen entführt.’ Zelden zo’n gejuich na een nummer gehoord. Een onvergetelijk met drank doordrenkt weekend!
Kortom: Berlijn, een stad waar de historie vanaf druipt, dat (op de juiste plekken) rock’n’roll ademt.
Door: Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
Joe Jackson
In de jaren ’70 zat ik vaak rond etenstijd bij mijn moeder in de auto, de radio stond altijd aan en zo luisterde ik regelmatig naar ‘De Avondspits’ van de onvolprezen Frits Spits. Hij draaide als eerste de nieuwste singles waardoor ik platen van artiesten als Sex Pistols en later Stray Cats (‘Runaway Boys’) ging kopen. Het nummer van laatstgenoemde artiest vond ik geweldig, maar mijn ma reageerde: ‘dit is niks nieuws, op deze muziek dansten wij eind jaren ’50 al’. Frits Spits wist altijd de aandacht te trekken met zijn interessante teksten als introductie naar de songs die hij draaide. Ik herinner mij nog goed dat hij zei: ‘de volgende artiest heeft niets te maken met The Jackson Five, is geen familie, maakt hele andere muziek en komt gewoon uit Engeland en heet Joe Jackson’. Vervolgens hoorde ik voor het eerst ‘Is She Really Going Out With Him‘.
Niet lang daarna was zijn debuutplaat ‘Look Sharp’ in mijn bezit. Wat een geweldige LP was dat, met de messcherpe opener ‘One More Time‘ en songs als ‘Sunday Papers’, ‘Throw It Away’, ‘Fools In Love’ en de eerder genoemde hit. Alles gezongen met een prachtig Engels accent met een energieke Fuck-Off mentaliteit. De opvolger ‘I’m The Man’ was zeker niet minder met toppers als ‘On Your Radio’, ‘Geraldine And John’, ‘I’m The Man’ en de single ‘It’s Different For Girls’. Het was sowieso een mooie tijd voor muziekliefhebbers want vlak na de eerste punkgolf kwam de New Wave waartoe Elvis Costello & The Attractions, Ian Dury & The Blockheads, Graham Parker and The Rumour, Tom Robinson Band en natuurlijk Joe Jackson volgens de media behoorden.
De derde plaat ‘Beat Crazy’ (1980) werd uitgebracht als Joe Jackson Band, kende minder hoogtepunten maar de titelsong was wel weer geweldig. In 1981 bracht Joe de cover ‘The Harder They Come‘ uit, zonder meer de allerbeste versie van de reggae-song van Jimmy Cliff, eerder ook door Keith Richards opgenomen. Toen ik de single in een nog steeds bestaande platenzaak aan de Voldersgracht in Delft ging kopen, wist de platenhandelaar mij ervan te overtuigen dat ik de maxi-single ook moest hebben, want die had meer dynamiek. Eenmaal thuis hoorde ik echter totaal geen verschil. In 1981 maakte Joe Jackson een jazz-achtig uitstapje met zijn Jumpin’ Jive maar dat kon niet meer op mijn waardering rekenen.
Het was 1982 en ik was met voetbalmaat Adrie Wenteler een aantal dagen in Londen. Aangezien het als voetballiefhebber bijna onmogelijk was om een wedstrijd op de heilige grond van Wembley te bezoeken, hadden wij maanden van tervoren via de KNVB al kaarten besteld voor de oefeninterland Engeland-Nederland, wat wonderwel lukte. Wij hadden een hotel nabij het Hyde Park en belandden in een prachtige grote pub The Redan. Het was een vrij warme dag en wij zaten midden in de pub aan een ronde tafel. De deur ging open en daar stapte, gekleed in een lange leren jas en zijn haar strak in het vet naar achteren gekamd, mijn held Joe Jackson het etablissement binnen. Ik herkende hem gelijk en toen hij langs onze tafel liep, stak ik mijn hand naar hem op en zei vriendelijk: “Heee Joe Jackson”. Daar was het heerschap niet van gediend en riep iets in de trend van “Fuck off you fucking idiot”, stak zijn middelvinger op (Engelsen doen dat met wijs- en middelvinger) en verdween door de andere uitgang. Ik besloot op dat moment NOOIT meer iets van die man te kopen.
Zijdelings heb ik de carrière van dhr. Jackson nog wel gevolgd, maar hij maakte in mijn ogen nooit meer een behoorlijke plaat, met als absoluut dieptepunt de afgrijselijke A Capella versie van ‘Is She Really Going Out With Him’ die hij zonodig in 1987 uit moest brengen. Het werd notabene alleen in Nederland een grote hit en behaalde tot overmaat van ramp zelfs de Top-5.
Al enkele jaren mag ik een avond gratis naar het North Sea Jazz festival, ik kies altijd de vrijdag. Ik zag daar al grootheden als Van Morrisson, John Hiatt, Grace Jones, The O’Jays en de legendarische Buddy Guy. Dit jaar stonden Rag’n’Bone Man en … Joe Jackson op het programma. Al vanaf de eerste akkoorden van de opener ‘One More Time’ hakte het optreden erin. Joe werd overigens gesteund door een uitstekende band waarvan drummer Dough Jowell de meest opvallende muzikant was, hij zou als acteur in een Italiaanse mafiafilm niet misstaan. Het was een uur genieten van de ogenschijnlijk zowaar sympathiek ogende (of acterende?) Brit. Het was smullen bij oude successsen als ‘Is She Really Going Out With Him’ (gelukkig de juiste versie), ‘It’s Different For Girls’, ‘Sunday Papers’, maar ook nummers van zijn laatste plaat ‘Fool’ werden met enthousiasme ontvangen door het publiek in de overvolle Nile-zaal van het Ahoy-complex. Tijdens de afsluiter ‘Steppin’ Out’ snelde ik richting de stand van Velvet Music om daar het laatste album van Joe Jackson aan te schaffen. Tijd heelt kennelijk alle wonden.
Door: Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
Nederpop in de Top 2000
Op de laatste dag van het jaar, waarin ons land vanwege het vuurwerk voor één dag de gelijkenis met een oorlogsgebied heeft, loopt ook weer de veelgeprezen Top 2000 op zijn einde. In vele huiskamers luistert men met veel plezier naar Radio 2 en kijkt ’s-avonds naar het populaire programma op TV. In navolging van gastcolumnist Erik Bevaart, die in dit verhaal een aantal favorieten van vaderlandse bodem mist, hieronder wat opvallende feiten van Nederpop in de Top 2000.
Haagse artiesten zijn goed vertegenwoordigd: Anouk (13x), Golden Earring(s) (10x), Earth & Fire (4x), Kane (3x), Q65 (1x), Di-rect (1x), Sandy Coast (1x), Shocking Blue (1x) en Valensia (1x). Hagenaar Harrie Jekkers staat met Klein Orkest (‘Over de muur’) éénmaal in de Top 2000, terwijl zijn grootste hit ‘O, o, Den Haag’ (onder de naam Harry Klorkestein) niet in de lijst staat. Gruppo Sportivo zou met ‘Hey Girl’ niet in de Top 2000 misstaan, ondanks een comeback in 2018 met een nieuw album en een tour voor volle zalen.
André van Duin (toch goed voor 42 hits in de Top 40) staat niet in de lijst terwijl andere ‘grappenmakers’ als Paul de Leeuw (4x), Youp van ’t Hek en Jeroen van Koningsbrugge er wel in staan.
Volendamse acts als The Cats (5x), Nick & Simon (2x), 3JS (1x) staan prominent in de lijst, terwijl Jan Smit ontbreekt. Misschien is overexposure door zijn aanwezigheid in een reclame voor een brillengigant en zijn niet helemaal objectieve commentaar bij het Songfestival de oorzaak? Jan Smit’s mede-toppers Rene Froger, Gerard Joling, Gordon en Jeroen v.d. Boom ontbreken ook in de top 2000.
De Zeeuwse band Bløf is met 19 noteringen Nederlands koploper. Provinciegenoten Racoon staan met 7 nummers in de lijst, opvallend is dat een Nederlandstalig nummer ‘Oceaan’ het hoogst genoteerd staat.
Ali B. en Trijntje Oosterhuis staan beiden alleen met een duet met Marco Borsato (16 noteringen) in de Top 2000. De populaire Glennis Grace, die dit jaar furore maakte in ‘America’s Got Talent’ staat niet in de Top 2000.
Songfestival deelnemer Waylon, die onlangs nog moeiteloos tweemaal Ahoy vulde, staat alleen met The Common Linnets in de lijst. De excentrieke Jett Rebel stond twee jaar geleden nog met twee nummers genoteerd, maar is nu verdwenen.
Liedjes in dialect zijn goed vertegenwoordigd: Rowwen Hèze (6x), Normaal (3x), De Kast (2x), Gé Reinders, Bökkers, Lex Uiting, Neet Oét Lottum en Twarres. Skik staat er met één nummer in, terwijl voormalig frontman Daniel Lohues met twee liedjes erin staat.
Opvallend dat Peter Koelewijn met ‘Kl 204 (Als Ik God Was)’ in de Top 2000 staat en niet met zijn bekendste en grootste hit ‘Kom van dat dak af’. Dat George Baker’s ‘Little Green Bag’ erin staat is logisch, echter zijn allergrootste hit ‘Una Paloma Blanca’ ontbreekt. Corry en de Rekels ‘Huilen is voor jou te laat’, nog steeds Nederlands recordhouder met 41 weken in de Top 40, stond tot 2008 in de Top 2000, nu verdwenen.
Overleden artiesten als André Hazes (10x), Ramses Shaffy (5x), Herman Brood (4x), Frans Halsema (2x), Robert Long (2x), Bram Vermeulen, Hero, Rene Klijn en Drs. P zijn nog niet vergeten.
Stadionact Kensington staat met 9 songs genoteerd.
Henk Westbroek staat met ‘Zelfs Je Naam Is Mooi’ hoger genoteerd dan de drie hits van Het Goede Doel.
Rotterdamse artiesten komen er bekaaid vanaf. Alleen Paul de Leeuw (4x), Anita Meyer, Lee Towers en uiteraard Amazing Stroopwafels staan in de Top 2000. Hermes House Band, Limousine, Gerard Cox en The Kik ontbreken. Maar Rotterdam heeft niet zo’n rijke poptraditie als Den Haag en Amsterdam.
Tot slot: er staan in totaal 314 nummers van Nederlandse komaf in de Top 2000. Hiervan zijn er 189 Nederlandstalig.
Door: Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
The Impotent Sea Snakes
Halverwege de jaren ’90 ging ik met muziekliefhebber Erik Bevaart naar Rotterdam om op ‘platenjacht’ te gaan. Zo kwamen wij dus in een nogal rommelig 2e hands platenzaakje vlak achter het Centraal Station, bekend onder de naam Hans Tweedehands. Daar attendeerde Erik mij op een LP van The Impotent Sea Snakes. De titel was: ‘Too Cool For Rock & Roll’. Het eerste nummer van het album had een opvallende titel: ‘Pope John Paul Can Suck My Dick’. Dit vond ik wel humor en dacht een hilarische, obscure punkplaat in handen te hebben. Voor die drie knaken in het gulden-tijdperk hoefde ik de plaat niet te laten staan en besloot tot aanschaf.
In de trein naar huis las ik het bijgevoegde tekstvel. Die bevatte nogal wat racistische lyrics zoals in het nummer ‘Missing Link’, waarin de volgende weinig verhullende tekst stond: ‘They Look Like Shit And Stink, Niggers Are The Missing Link’. Een andere song heette: ‘I Caught Aids From A Dead Man’s Asshole’, hierin zong men ‘vrolijk’: ‘I Caught Aids From A Dead Man’s Asshole, Things Could Be Worse I Could Be A Nigger’. Ik was toch wel enigszins geschokt door deze LP van de band uit het ‘land van de onbegrenste mogelijkheden’.
Enkele jaren later zat ik op een maandagavond te zappen en stuitte op een vaag late-night-programma op SBS6. Het nogal vreemd uitgedoste gezelschap dat hierin te zien was, bleek The Impotent Sea Snakes. Er waren live beelden van hun ‘performance’ te zien waarin kruizen en bijbels verbrand werden, in combinatie met een weinig verhullende seksshow. Ook backstage draaide de camera. Na afloop stapte er een man met baard de kleedkamer in en kwam melden dat hij het een goede show vond, maar dat hij het niet eens was met de Bijbel-verbranding, aangezien hij nogal gelovig was. Wat volgde was een ordinaire vechtscene, waarin de bandleden de vriendelijke man tot bloedens toe op zijn bek sloegen (durfden ‘de helden’ wel met zijn vijven tegen één).
In de zomer van 1998 las ik in muziekblad OOR dat The Impotent Sea Snakes een tour door Nederland zouden maken, met optredens in o.a. De Boerderij (Zoetermeer), Doornroosje (Nijmegen), De Blokhut (Rotterdam) en nog wat andere plaatsen in het Noorden. Ik besloot de betreffende zalen maar eens een e-mail te sturen met mijn bovenstaande bevindingen, zodat men weet wat zij in huis halen en dat men moeilijkheden kan krijgen indien bepaalde groeperingen hier lucht van krijgen. Niet dat ik tegen dit soort optredens ben, van mij mag iedereen zeggen en zingen wat ie wil, maar vanwege de zwaar racistische teksten en het geweld jegens bezoekers, dacht ik dat men een zeer foute band zou boeken.
Dankzij mijn e-mails stond er zelfs een artikel in de OOR (zie fotocollage hierboven). Ook mailden diverse zalen mij terug. De boeker van De Boerderij in Zoetermeer stuurde dit: ‘Spraakmakende optredens (zoals Jim Rose Circus Side Show of de Kamikaze Freak Show) die wij eerder programmeerden, zijn vaak leuk om te organiseren, maar geweld jegens toeschouwers en racisme zijn dat duidelijk niet. De kans is nu dus ook wel heel erg groot dat we het concert alsnog cancellen.’ Ook kreeg ik bericht van de programmeur van Doornroosje: ‘Bedankt voor je research. We hebben wat teksten van het internet getrokken en zijn tot de conclusie gekomen dat zo’n band niet op ons podium thuishoort.’
Hiermee was de voor mij de kous af, ik heb de mensen geïnformeerd, zij hadden hun conclusies getrokken en de tour van The Impotent Sea Snakes leek niet door te gaan. Totdat ik zes weken later een e-mail kreeg van de Nederlandse boeker van de band. Hij schreef o.a. dat hij mijn e-mail naar de zalen (kennelijk had men dit naar hem doorgestuurd) had onderzocht en in eerste instantie dacht: ‘dat kan niet’, als de band inderdaad racistisch was hij de tour zou annuleren. Na contact met de advocaat van de groep, werd men aldaar kwaad. ‘Na verklaringen en steunbetuigingen in o.a. New York Times, Miami Herald en andere media is gebleken dat de groep een parodie op alles doet: racisme/homo/white/Indian, kortom alles om de normale man wakker te schudden’, aldus de boeker van het ‘fijne’ bandje. Hij vervolgde zijn betoog met: ‘je heb met je e-mails een hoop onrust gestookt, zonder de situatie te kennen, maar hoe gek het ook klinkt, het was beter zo. Een voordeel, deze weerlegde aanklacht levert weer extra publiciteit op. Informeer voortaan eerst even voordat je een kruistocht begint.’ Waarna na hij de mail cynisch eindigde met: ‘je wil zeker op de gastenlijst (haha)’.
Ik had dus kennelijk wat opschudding veroorzaakt, waardoor in ieder geval het optreden in Nijmegen niet doorging. Het optreden in Zoetermeer ging wel door en uit nieuwsgierigheid zijn Erik Bevaart en ik toch gaan kijken, wat wij zagen was een weinig verhullende, niet echt shockerende Rockbitch-achtige show, dat begon met het ‘kolderieke’: ‘Pope John Paul Can Suck My Dick’.
Door: Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
In 1991 was ik getuige van een concert van een Canadese band in het Paard van Troje in Den Haag. Ten tijde van het album ‘Road Apples’ deed The Tragically Hip o.a. Nederland aan. De zanger had lang, krullend haar, maar was niet een rocker zoals ‘wij’ gewend waren: hij maakte de raarste capriolen, maar hij was wel degelijk charismatisch en zeker een entertainer. Songs als ‘Little Bones’, ‘Cordelia’ en vooral ‘Twist My Arm’ (allen van de eerder genoemde plaat) en de show van deze geweldige, no-nonsense rockband maakte diepe indruk. Datzelfde jaar stonden zij terecht op Parkpop en Pinkpop.
Begin 1993 verscheen ‘Fully Completely’, een plaat waar werkelijk geen enkel slecht nummer op staat. De geweldige opener ‘Courage (for Hugh MacLennan)’ gevolgd door pareltjes als ‘Looking for a Place to Happen’ en ‘At the Hundredth Meridian’ waarin frontman Gordon Downie de legendarische woorden ‘I remember, I remember Buffalo, I Remember Hengelo’ zingt. Nog steeds hun masterpiece! Uiteraard deed The Hip Nederland weer aan, het succes van ‘Fully Completely’ zorgde voor uitverkochte zalen. Ondergetekende zag de band in Nighttown (Rotterdam) en in de Amsterdamse rocktempel Paradiso. Het eerste concert werd ontsierd doordat een bezoeker een biertje naar Gordon’s hoofd gooide. De band schakelde over op de automatische piloot, wat een memorabele show had moeten worden, werd door die ene bezoeker een verplicht nummer. Gelukkig was het optreden in de hoofdstad wel legendarisch.
In september 1994 kwamen de Canadezen met het vierde album ‘Day For Night’, waarop weer een aantal pareltjes staan zoals: ‘Grace Too’, ‘Greasy Jungle’, ‘Nautical Disaster’ en ‘Scared’. Behalve Nighttown en Paradiso, bezocht ik ook hun show in Tivoli (Utrecht). Een memorabel moment was toen Gordon Downie, totaal in trance, een nummer zong en danste maar niet doorhad dat het einde van het podium naderde. Even later viel hij in het publiek maar werd opgevangen door een fan op de voorste rij. Hij klom het podium op en zei tot de man: ‘Thank you, you saved my life, here’s my jacket’ en overhandigde de man zijn colbertje. Even later kwamen er wat roadies vanuit de backstage om het een en ander uit de binnenzakken te halen. Waarschijnlijk zat Gordon’s portemonnee, paspoort of vliegticket er nog in.
Hierna volgde nog enkele sterke albums als het in 1996 uitgebrachte ‘Trouble In The Henhouse’ (hoogtepunten ‘Springtime In Vienna’ en ‘Ahead By A Century’) en ‘Phantom Power’ uit 1998 (met daarop o.a. ‘Poets’, ‘Something On’ en ‘BobCaygeon’). In de jaren 2000 bracht The Hip nog regelmatig albums uit die echter niet meer het niveau uit het verleden haalden. Wel bleven de shows enerverend.
Op 29 juni 2013 speelde The Hip hun allerlaatste show in Nederland in Paradiso. Ik had te lang gewacht met het kopen van een kaartje, zodoende was ik er niet bij. ‘Komt volgende keer wel weer’, dacht ik ten onrechte. Diegenen die wel geweest waren spraken van de beste keer ooit. In de zomer van 2016 kwam het dertiende album ‘Man Machine Poem’ uit. Toen werd ook bekend dat Gordon Downie een terminale hersentumor had. Van de artsen mocht Downie met zijn band nog 15 shows doen. Van deze tour is een documentaire ‘Long Time Running’ gemaakt. In de trailer vertellen bandleden dat ze nooit hadden verwacht de tour af te maken. De allerlaatste show was op 20 augustus 2016 in hun hometown Kingston (op 263 km van Toronto). De Canadese premier Justin Trudeau was aanwezig. Het optreden werd rechtstreeks op de Canadese TV uitgezonden. Eén op de drie Canadezen keken naar de ‘zwanenzang’. The Tragically Hip betekende veel voor Canada: zij speelden daar in uitverkochte IJshockey-stadions, negen van de veertien albums bereikten de hoogste plaats in de hitparade. De populariteit in Canada kende geen grenzen, maar daarbuiten (US, Europa) had The Hip meer de cultstatus.
Op dinsdag 17 oktober 2017 overleed Gordon Downie. Met hem verliest de rockmuziek een groot zanger, een soort anti-held die tijdens optredens zo uit de huiskamer leek te stappen en zodra de eerste toon te horen was, compleet in trance zijn performance gaf. De man van vaak onbegrijpelijke teksten. Wat overblijft zijn geweldige herinneringen van hun live shows en fantastische nummers. In mijn ogen de beste Canadese band ooit!
De documentaire ‘Long Time Running’ zal vanaf 29 november wereldwijd op Netflix te zien zijn.
Op Spotify staat een lijst met mijn favoriete songs van The Tragically Hip.
Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
Hail! Hail! Rock’n’Roll
Op maandagavond 21 juli 1997 was ondergetekende getuige van een uniek evenement in het Vlaamse land, het was de afsluitende ‘Legends Of Rock’n’Roll’-avond van het jubilerende bluesfestival in Peer. Optredende artiesten: Little Richard, country-artiest Billie Joe Shaver (die helaas de zieke Carl Perkins verving), Bo Diddley en ….. CHUCK BERRY. Vooral naar laatstgenoemde keek ik erg uit, toch geweldig om de beroemdste en meest legendarische rock’n’roll-gitarist, de grondlegger van de popmuziek en de voornaamste inspiratiebron van The Beatles en The Rolling Stones te zien.
Chuck werd tijdens zijn carrière vaak ‘de zuinigste man in showbusiness’ genoemd, overal waar hij optrad moest de organisatie voor een begeleidingsband zorgen, waarmee hij zonder te oefenen het podium betrad. Zijn redenatie: iedere band moet de nummers van Chuck Berry kunnen spelen. Er gaat zelfs een verhaal dat Normaal, nog voordat zij bekend werden, hem een keer begeleid hebben. Als de band het goed deed, dan kregen zij van Chuck een geringe vergoeding. Tijdens deze Europese tour van 1997 had Chuck wel een vaste begeleidingsband (bassist, drummer en pianist).
Het begon goed: met een zeemanspetje op zijn hoofd en gewapend met zijn prachtige vuurrode Gibson ES 355-gitaar betrad hij de bühne en opende met het alom bekende ‘Roll Over Beethoven’. De destijds 71-jarige legende had ook op deze avond zijn nukken. Na het eerste nummer stuurt hij de nog aanwezige fotografen weg en zet het tweede nummer in. Even later vraagt hij zijn band te stoppen, maar de pianist gaat enthousiast door zonder op of om te kijken. Chuck loopt naar de piano, doet zijn gitaar af, legt deze op de piano en begint met zijn plectrum keihard op deze mooie vleugel te tikken. De pianist schrikt en stopt onmiddelijk. Chuck staat inmiddels demonstratief met zijn armen over elkaar en kijkt nogal kwaad. Er bleek nog een fotograaf voor het podium te staan. Minutenlang bleef Chuck stokstijf staan, totdat iemand van de organisatie kwam vragen wat er aan de hand was. Het publiek begon inmiddels te fluiten. Even later pakte hij weer zijn gitaar, speelt ‘(Get Your Kicks On) Route 66’ en trok daarbij een Bill Cosby-smile alsof er niks gebeurd was. Hij speelde al zijn hits, betrok het publiek bij zijn optreden door ze op het podium te laten dansen, acteerde of hij vrolijk was, maar zijn band speelt uiterst nerveus en tussen Chuck en het Belgische publiek was duidelijk geen klik meer. Desalniettemin gaf de man wel degelijk een uitstekend optreden.
Het bovenstaande optreden was het eerste waar ik aan dacht toen ik op de late zaterdagavond 18 maart het bericht kreeg dat Chuck Berry op 90 jarige leeftijd overleed. Na dit optreden in Peer zag Chuck Berry nog een paar maal, waarvan de laatste keer in 2008 met Bill Wyman’s Rhythm Kings (met Mick Taylor als gast) in de HMH in Amsterdam. Op deze avond begaf zijn Gibson het en speelde hij verder op de Fender van zijn zoon (een uniek moment), die ook in de band speelde. Beelden van dit optreden in de HMH staan op YOUTUBE.
Nog dit jaar zal er een nieuwe plaat van Chuck Berry verschijnen met allemaal nieuwe nummers, op dit album wordt hij begeleid door o.a. zijn zoon Charles en dochter Ingrid. Behalve Chuck Berry heb ik gelukkig ook legendes als Little Richard, Bo Diddley en Jerry Lee Lewis live mogen aanschouwen. Zonder hen zouden The Beatles en The Rolling Stones misschien nooit hebben bestaan.
Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
Foto: © Paul Bergen genomen tijdens het optreden in Peer, 21 juli 1997
Kijktip: de film Hail! Hail! Rock’n’Roll (1987) over Chuck Berry, zie de trailer.
– – – – – – –
God Save The Queen
In 2016 is het alweer 40 jaar geleden dat er een nieuwe stroming in de muziek ontstond: PUNK. Hieronder een kort verslag hoe ik met punk in aanraking kwam.
Als tiener werkte ik in de vakantie op de kermis bij mijn oom die op dat moment met zijn attractie in Gorinchem stond. Toen ik even vrij was, toog ik naar de platenzaak en in de etalage zag ik het singletje ‘God Save The Queen’ van de Sex Pistols. Ik raakte geobsedeerd door de hoes en besloot tot aanschaf van het vinyl. Lopende over de kermis had ik alleen oog voor de hoes: donkerblauw, afbeelding van de Engelse koningin en de teksten Sex Pistols en ‘God Save The Queen’ over haar ogen en mond. Ik werd geroepen door een jongen die in de draaimolen werkte: “Hé, heb je een singletje gekocht? Zal ik ‘m even opzetten”. Even later kreeg ik mijn eerste kennismaking met punk, ‘God Save The Queen’ schalde keihard uit de boxen. Kinderen in de draaimolen keken verschrikt om zich heen en vluchtten massaal uit de draaimolen. De plaat stond nog geen 30 seconden op of de eigenaar kwam aanrennen en riep: “Zet af die teringherrie”. Hij pakte het singletje en gooide het weg. Met een snoekduik wist ik het nog op te vangen voordat het de grond raakte en schoof het weer in het hoesje.
Even later was ik op weg naar de woonwagen waar ik logeerde. Eenmaal aangekomen vroeg ik aan mijn tante waar de pick-up stond. In het achterste kamertje deed ik even later weer een poging om het nummer volledig te luisteren. Ik besloot het volume flink op te schroeven. Mijn tante, een heel aardig mens die nooit kwaad werd en zeker niet op mij, kwam het kamertje instormen en riep kwaad: “Ben jij wel helemaal wijs om die teringherrie op te zetten.” De reacties vond ik prachtig. Dat een stukje muziek zo’n agressie bij mensen op kon wekken, vond ik als puber geweldig. Lekker met muziek ergens tegenaan schoppen. Sindsdien was ik fan van de Sex Pistols en in een latere fase van al die andere punkbands die bekend werden, zoals The Clash, The Damned en veel later Ramones.
Vandaag de dag ben ik nog steeds een groot liefhebber van punk. Ik schreef destijds voor een punkblad (Upmagazine), ging vaak naar punkconcerten en ik zat in een 70’s punk coverband (Genital Warheads) en een akoestische Ramones-duo (Mondo Bizarro). Dat allemaal mede dankzij de man van de draaimolen en mijn tante van de kermis. Ik ben hun eeuwig dankbaar.
Door: Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
Het eerste grote popfestival in Delft
Het festivalseizoen staat weer voor de deur, ook in de regio kan de muziekliefhebber weer naar gratis festivals zoals Prunuspop in Pijnacker (4 juni), Parkpop, Den Haag (26 juni), Westerpop in Delft (15 en 16 juli), Schollenpop, Scheveningen (6 augustus) en Waterpop in Wateringen (13 augustus). Maar vandaag dwalen mijn gedachten af naar een datum precies 40 jaar terug: zaterdag 24 mei 1976. Als jochie ging ik vaak op zaterdag naar mijn oma die in de buurt van de Brasserskade in Delft woonde. Op deze dag waren daar ook twee neefjes. Van de oudste hoorde ik dat er een popfestival zou zijn in het DHC-stadion. Wij hadden echter geen kaartjes en ook geen geld voor dit groots aangekondigde, door muziekkrant OOR georganiseerde evenement.
Aangezien wij bij DHC gevoetbald hadden, zouden wij wel een manier vinden om daar binnen te komen. Onderweg haalden wij uit een sloophuis een oude deur, die weleens van pas zou komen. Via het weiland kwamen wij bij een sloot. Wij legden daar de deur overheen en mijn oudste neef ging als eerste, hij kwam nog redelijk droog aan de overkant. Ik haalde een paar natte voeten en mijn jongste neef was tot zijn knieën nat. Nog een paar meter lopen en wij kwamen op het veld van het DHC-stadion, waar ik voorheen vele voetbalwedstrijden gezien had. Het podium was gebouwd aan de kant van de hoofdtribune.
Een popfestival, ik vond het een rare gewaarwording; allerlei hippies met lang haar die op het ritme van de muziek het hoofd bewogen. De band die op dat moment een hilarisch optreden gaf heette Alberto Y Lost Trios Paranoias. Ik herinner mij een zanger die een houten stropdas droeg, waarop een afbeelding van een naakte vrouw stond. Met drumstokjes tikte hij op deze stropdas. Jaren later kreeg ik van popkenner Erik Bevaart een LP van deze band, waarop zij een originele cover van ‘Anarchy In The UK’ van Sex Pistols vertolkten.
Andere artiesten die er vanwege het vijfjarig bestaan van het populaire muziekblad optraden, waren de uit Engeland afkomstige progressieve-rockband Gentle Giant, het Delftse Alquin, Animals-zanger Eric Burdon met band en de latere Bruce Springsteen-gitarist Nils Lofgren. Een aantal van deze artiesten had dusdanig weinig indruk op mij gemaakt dat ik er niets meer van weet. Wel dat ik honger kreeg en ik met mijn jongste neefje weer terug naar oma ging, want die had pannenkoeken gebakken.
Na het eten besloot ik weer naar het stadion terug te gaan, wie weet kon ik weer naar binnen ‘sneaken’. Links van de hoofdingang was een gat in het hek gemaakt. Daar stond permanente bewaking. Echter een groep gasten klom aan de achterzijde van het stadion ineens over het hek. De bewaking rende in die richting en ik zag mijn kans schoon. Zonder aarzeling kroop ik door het gat en was voor de tweede maal gratis binnen. Op het veld kon ik direct naar voren lopen, want zo druk was het niet. Volgens de archieven van NRC Handelsblad waren er slechts 4000 à 5000 bezoekers. Dat was dan weer te wijten aan het feit dat een week later The Rolling Stones twee optedens in het Haagse Zuiderpark zouden geven. Ik was destijds al wel met muziek bezig, dus wel nieuwsgierig naar de afsluiter 10CC, die al regelmatig de hitlijsten bestormd hadden met hits als ‘Donna’, ‘The Wall Street Shuffle’ en ‘I’m Not In Love’. Na het optreden wandelde ik het stadion uit, maar ik was nog niet echt onder de indruk van live-concerten, dat kwam twee jaar later pas bij een concert van Herman Brood & his Wild Romance. Ik had echter 40 jaar geleden niet kunnen vermoeden dat ik tot op de dag van vandaag nog zeer regelmatig concerten zou bezoeken.
Door: Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen (schrijver 2012 Popquizvragen)
– – – – – – –
De Lokale Top 40
Op initiatief van de stichting Cultuur Support Pijnacker-Nootdorp was er in oktober 2016 de aftrap van de Lokale Top 40. ‘Wie zijn de populairste artiesten die ooit in Pijnacker-Nootdorp hebben opgetreden?’, was de vraag. Mensen konden online kiezen uit een lijst met 160 artiesten, zeer uiteenlopend van stijl. Vervolgens werd hieruit de 40 meest gekozen verwerkt in de Lokale Top 40, welke werd uitgezonden op een lokaal radiostation.
Die lijst bevatte natuurlijk vele rockbands en ook Nederlandstalige artiesten en vele DJ’s. Myfavoritesong.nl beschrijft de artiesten die Marcel Bizarro zelf geboekt heeft of bij aanwezig is geweest in zaal De Trucker. Binnen het muzikaal culturele leven in de gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft het centrum sinds 1973 veel betekend.
De Trucker-jaren
Hieronder dus een aantal herinneringen van optredens in De Trucker in Pijnacker waar ik bij aanwezig ben geweest of die ik zelf organiseerde.
Armand
De in november 2015 overleden protestzanger Armand speelde in de jaren ’90 een keer in De Trucker tijdens een hippie-avond. Na zo’n drie kwartier gespeeld te hebben, waarin hij gelukkig zijn grote hit ‘Ben ik te min’ speelde, ging hij in de kleedkamer ‘even’ pauze houden. Daarna keerde hij niet meer terug; hij voelde zich in de maling genomen door het publiek, aangezien vele bezoekers als hippie uitgedost waren.
Band Zonder Banaan
Alle keren dat de uit het Brabantse Volkel afkomstige feestband Band Zonder Banaan in de Trucker speelde, waren sowieso uitstekende avonden en ook steevast uitverkocht. Eind september 2012 speelde de BZB ter gelegenheid van de LP-presentatie van hun album ‘7’ drie avonden op rij. De laatste (op zaterdag) was echt bijzonder; voor een select gezelschap VIPS werd er rond etenstijd een ‘eet-zing-en-drink-mee-met-de-bzb’ arrangement georganiseerd. Tussen de gangen door speelde de band onversterkt hun bekendste songs, wat luidkeels meegeschreeuwd werd door het publiek.
Bertus Borgers
In 1991 was er een unieke sessie in De Trucker. Voormalig Sweet d’Buster-zanger/saxofonist Bertus Borgers, die tegenwoordig vaak met Golden Earring meedoet, werd begeleid door The Wild Romance. ’s-Middags werd er geoefend, Borgers had zijn gitaar bij zich en speelde alles voor. I k was getuige van een uniek privé-concert. Opvallend was dat de versie van het door Bertus Borgers geschreven ‘Still Believe’ dusdanig anders was dan de Herman Brood-uitvoering, dat men het niet ingestudeerd kreeg en ’s-avonds niet speelde. Wel genoot het publiek van nummers als ‘Can’t Stand The Rain’, ‘Bad Case Of Lovin You’, ‘After Midnight’ en de afsluiter ‘Nutbush City Limits’. Achteraf muzikaal gezien één van de beste sessies die ik ooit bijwoonde.
Candy Dulfer
Nadat ik een bezoek bracht aan een optreden van de Haagse band City & State in het Haagse rock cafe de Paap, waaraan ook Herman Brood en Candy Dulfer meededen, dacht ik: ‘dat moet toch ook in De Trucker kunnen?’ Herman bleek op dat moment niet mogelijk maar op 22 april 1989 kwamen de Urban Heroes-leden Evert Nieuwstede, Ad van der Ree en Jaap de Jonckheere naar Pijnacker en zij namen een nog piepjonge Candy Dulfer mee. In de toegift was er een onverwacht gastoptreden van rapper MC Miker G. Ondanks dat er elders in het dorp een groot tentfeest van de plaatselijke Oranjevereniging plaatsvond, was ook De Trucker uitverkocht.
Claw Boys Claw
In maart 2013 bestond De Trucker 40 jaar. Enkele maanden daarvoor las ik dat Claw Boys Claw aan een nieuwe plaat werkte. Een e-mail naar de band of zij nog een try-out nodig hadden en daarbij tevens ons jubileum wilden opluisteren, werd graag geaccepteerd. Nog nooit was een optreden in de Trucker zo snel uitverkocht, binnen drie minuten waren alle kaarten weg. Het werd een onvergetelijk optreden voor zowel band als publiek. Niet voor niets kwam Claw Boys Claw het twee jaar later nog eens dunnetjes overdoen.
Fatal Flowers
Regelmatig kwamen er in de Trucker bands die later bekend werden. Zo ook de Amsterdamse gitaarband Fatal Flowers die op 15 november 1985 in de Trucker speelde. Een snoeihard optreden met fantastisch gitaarwerk van toenmalig gitarist Dirk Heuff.
Frederique Spigt
De Rotterdamse rockzangeres Frederique Spigt, die bekend werd met I’ve Got The Bullets, speelde op 31 mei 1991 met haar nieuwe band A Girl Called Johnny in De Trucker. In de gelederen Powerplay-frontman Jan v.d. Mey en voormalig Vitesse-bassist Ruud Englebert. Met haar prachtige, schuurpapieren stem bracht zij een aantal mooie vertolkingen van bekende rockklassiekers.
Gruppo Sportivo
Na de heropening van De Trucker in het verbouwde pand, dachten wij met bekende bands van weleer de zaal vol te krijgen om het naar andere etablissementen verhuisde publiek terug te winnen. Zo werd Livin’ Blues geboekt, mooie show maar te weinig bezoekers. Dit was ook zo met Gruppo Sportivo op vrijdag 13 oktober 1989. Het werd de duurste gage tot dan toe, waar slechts 60 bezoekers op afkwamen. Tel uit je verlies. Uiteraard hadden de mensen die niet gekomen waren ongelijk, want het was een uitstekend optreden.
Hallo Venray
Hallo Venray is in het verleden vaak een graaggeziene gast in de Trucker geweest; zo stonden zij in hun begintijd in 1985 al op een buitenfestival bij De Trucker. De mooiste keer was op 8 maart 2013, toen zij de festiviteiten rondom het 40-jarig bestaan van De Trucker openden. Voor de pauze speelde de huidige line-up van Hallo Venray (met voormalig Fatal Flowers-drummer Henk Jonkers) een snoeiharde, expirimentele set. Na de pauze nog eenmaal de succesformatie uit de jaren ’90 met behalve zanger/gitarist Henk Koorn, bassist Peter Konings, ook de ex-leden gitarist Toon Moerland en de uit Pijnacker afkomstige drummer Dim Veldhuisen. Zij speelden die avond integraal de doorbraakplaat ‘The More I Laugh, The Hornier Due Gets’ uit 1992.
Herman Brood
Na de Duitse tournee van 1989 vond Herman Brood het nodig zijn Wild Romance te veranderen, girtarist Danny Lademacher en bassist Ruud Englebert werden uit de band gezet, drummer Roy Bakker en trouwe gitarist David Hollestelle mochten blijven. De nieuwe bassist werd Ivo Severijns. Na een optreden van U2 in Ahoy begin januari 1990 werd ik ver na middernacht uit mijn bed gebeld door Herman’s tourmanager Eddy Helder. Of wij op 3 februari een try-out wilden van de Wild Romance met een ‘mystery guest’, waarvan wij de naam niet bekend mochten maken. Ik kon die nacht niet meer slapen…mijn idool in De Trucker! Bij de kaartverkoop verzekerden wij de belangstellenden dat Herman Brood zeker zou komen en het was al vrij snel uitverkocht. En zo geschiedde. Nieuwe bassist Ivo Severijns speelde de nacht ervoor nog zijn afscheidsoptreden bij Powerplay in het Rotterdamse Parkzicht en de dag erna zijn allereerste optreden in de Wild Romance. Ondanks dat Herman niet zijn bekendste hits als ‘Saturday Night’, ‘Never Be Clever’ en “Love You Like I Love Myself’ speelde, werd het toch een avond om nooit te vergeten, dat prachtig begon met het instrumentale ‘Green Onions’ van Booker T. & the M.G.’s en eindigde met de T-Rex klassieker ‘Get It On’.
Pater Moeskroen
De Nederlandse folkband Pater Moeskroen zag ik op koninginnedag 1991 in Delft optreden. Na afloop legde ik contact of zij misschien in de kerstweek in De Trucker wilden spelen. Het was snel rond, maar men vertelde wel dat zij een plaat bij Peter Koelewijn gingen opnemen en tegen die tijd misschien wel een hit hadden. De boeking bleek een goede greep, want toen zij op 21 dec 1991 eenmaal naar Pijnacker kwamen, stonden zij op de tweede plaats in de Nederlandse Top 40. Er gingen vele vergaderingen aan vooraf, hoe wij de voorverkoop gingen doen, met als uitkomst dat Trucker-leden voorraang kregen bij de kaartverkoop. Dat jaar had het jongerencentrum een record aan leden en het concert was met 200 bezoekers volledig uitverkocht. Er moesten zelfs dranghekken aan te pas komen om het publiek op afstand te houden. Het werd een geweldig feest.
Peter Pan Speedrock
De eerste keer dat Peter Pan Speedrock uit Eindhoven Rock City naar de Trucker kwam voor een show, was in april 2003 ter gelegenheid van het 30 jarig jubileum. Vorig jaar maakte de band bekend dat zij een afscheidstournee zouden doen in 2016. De allerlaatste keer in Zuid-Holland was in De Trucker. Op donderdag 20 oktober 2016 opende dit keiharde powerrocktrio voor een stijf uitverkochte Truckerzaal met het Cheap Trick-nummer “Hello There’. Vele toppers uit hun gehele oevre, inclusief gastbijdragen van Dikke Dennis, passeerden de revue.
Powerplay
Op 15 september 1990 kwam Powerplay naar de Trucker. De band van zanger/gitarist Jan van de Mey gaf een prachtig optreden, met eigen hits als ‘Make It Alone’ en ‘Love Can Break Your Heart’ en geweldige covers als ‘Mercury Blues’ (David Lindley) en ‘Sexual Healing’ (Marvin Gaye). Op 4 juli 2008 kwam Powerplay nogmaals naar De Trucker. Ditmaal speelden zij een soort sessie, met de orginele Powerplay-drummer Leon Klaasse, bassist Ivo Severijns en Wild Romance-gitarist David Hollestelle. Ook dit was een prima avond.
Prodigal Sons
Begin juni 1992 trad Pearl Jam op in Nighttown in Rotterdam. Als aanwezige zag ik als voorprogramma The Prodigal Sons, een band uit de omgeving Zwolle die Stones-achtige rock maakte. Ik was erg enthousiast en sneakte naar de backstage om contact met de band te leggen. Ik boekte ze voor de Trucker waar zij in november dat jaar aantraden. Helaas was ik afwezig omdat ik met mijn bandje Old Cocks on the Block elders in het dorp moest spelen. Het werd niet echt een succes, maar ik was toch blij dat ik de band die later op Pinkpop zou staan, geboekt had. Zanger/gitarist Erwin Nyhoff maakte in 2011 een succesvolle comeback na het bereiken van de finale van The Voice of Holland.
The Scabs
Mijn all-time-favorite band uit België is The Scabs. Op 12 juni 1998 kwam zanger/guitarist Guy Swinnen met zijn band naar De Trucker. The Scabs waren al toen al drie jaar uit elkaar, maar in Pijnacker mochten wij gewoon The Scabs op de poster zetten. Scabs-bassist Fons Symons deed ook mee en de gitarist was de huidige Triggerfinger-bassist Paul Van Bruystegem. Zowel Swinnen’s solo werk als Scabs-klassiekers als ‘Hard Times’ en ‘Don’t You Know’ werd voor een enthousiaste zaal gespeeld.
UK Subs
Op 14 februari 2008 kwam de legendarische Britse punkformatie UK Subs in een nagenoeg originele bezetting naar De Trucker. Ik vond het geweldig dat punkicoon Charlie Harper onze zaal binnenwandelde. Even later raakte ik in de backstage bovenzaal met hem in gesprek. Prachtige verhalen vielen mij ten deel. Charlie was begin jaren ’60 bevriend met Brian Jones en ging, voordat The Rolling Stones doorbraken, bijna wekelijks naar een Stones-optreden in Londen. Aangezien hij om de hoek van de Marquee woonde, zag hij daar vele Engelse bands zoals The Who, Cream en The Kinks voordat zij wereldberoemd werden. Zowel deze verhalen als het geweldige optreden die avond was memorabel.
Van Katoen
De Nederlandstalige hardrock/metal/punkformatie Van Katoen, die ooit op nr. 1 in Indonesië stond en op Pinkpop speelde, deed in 2007 een HonkHonk tour door de kleinere zalen van Nederland. Hieraan was ook een workshop voor lokale bands gekoppeld, die op de avond van het optreden de support mochten doen. Zowel de workshop de week voorafgaand aan het optreden als de show van 17 maart 2007 onder de bezielende leiding van zanger Bazz Barnasconi waren erg vermakelijk. De tourbus (lees: Amerikaanse gele schoolbus) van de band trok veel bekijks omdat het grote moeite had om de bocht van Stationsstraat naar het Truckerplein te maken.
Vitesse
Het allerlaatste optreden in de oude pand van De Trucker, voordat het deels afgebroken werd voor verbouwing, werd op vrijdag 1 mei 1988 verzorgt door Vitesse. Geen band in de Nederpop had zoveel bandwisselingen als deze band van Herman van Boeyen. In de Trucker speelde Diesel-gitarist Mark Boon mee. Dit optreden was vooral memorabel doordat het de allerlaatste was, niet vanwege het enthousiasme van drummer van Boeyen. Hij weigerde een toegift omdat hij in zijn grote Amerikaanse wagen belangrijkere dingen te doen had met zijn Berlijnse vriendin.
Tot slot
Bovenstaande Trucker-memoires zijn verre van compleet. Ook waren er in de Trucker optredens van artiesten die niet in de lijst staan. Zoals de vooral in Noord Holland populaire Nederlandstalige Rock’n’Roll-band The Shavers die tijdens hun afscheidstour ook in een uitverkochte Trucker stonden. Tevens was er een onvergetelijke sessie tijdens het dertigjarig jublileum met bandleden van Wild Romance, Hallo Venray, Powerplay, Fatal Flowers en Vitesse, bands die ooit op het Pijnackerse poppodium stonden. Misschien wel het beste optreden dat ik in de Trucker zag, vond plaats op 3 april 2010. Golden Earring-gitarist George Kooymans had met zijn Amerikaanse kompaan Frank Carillo de plaat ‘On Location’ uitgebracht en voordat zij op promotietournee gingen, deden zij een try-out voor een uitverkochte Trucker. Kooymans, toch een wereldberoemd gitarist, nam na afloop in de kleedkamer alle tijd om met zijn fans op de foto te gaan en hun platen te signeren.
Door Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
Politiek en muziek
De verkiezingen komen er weer aan en de vele politici vinden over allerlei onderwerpen weer van alles of willen van bepaalde zaken meer of minder. Het CDA denkt extra stemmen te behalen doordat zij van mening is dat er minder festivals en danceparty’s gehouden moeten worden.’Op zichzelf leuk voor het publiek. Maar het vraagt natuurlijk ook veel van de politie’, aldus een CDA kandidaat-kamerlid. Ook vindt hij dat de politie-inzet bij dit soort evenementen ten koste gaat van het recherchewerk. Net of de dienders die bij een festival komen posten, rechercheurs zijn. Bovendien komt het bij festivals zelden of nooit tot ongeregeldheden. Bij dancefeesten schijnt het ook erg mee te vallen, maar daar kom ik nooit.
Dat de politiek en rock’n’roll niet altijd samen gaan blijkt wel uit het feit dat kroegen tegenwoordig een milieu-vergunning moeten aanvragen indien zij in hun tent live-muziek willen hebben. Wat heeft eventuele geluidsoverlast met het milieu te maken? Als er iets het milieu aantast, is het wel de tientallen miljoenen aan vuurwerk dat met oud en nieuw (en de dagen vooraf) de lucht in gaat. Maar dat brengt kennelijk voldoende belastinggeld in het laadje, dan is het milieu ineens niet meer belangrijker. De schade dat het vuurwerk jaarlijks aanricht neemt men dan ook voor lief.
Het strenge beleid heeft er toe geleid dat er voor artiesten minder gelegenheden zijn om te spelen. De kroegen hebben het bovendien sinds het rookverbod toch al moeilijk genoeg. Dat ging in de mooie jaren ’70 in het hoge noorden heel anders: de cafe’s wilden verruiming van de sluitingstijden. De PvdA, die in Groningen de lokale verkiezingen gewonnen had, vonddit prima maar dan moest er minimaal driemaal per week live-muziek in de etablissementen zijn. Wat volgde was een levendige muziekscene van Groninger bands, het Groninger Springtij genoemd, waarvan er een aantal in het kielzog van Herman Brood & his Wild Romance, landelijke bekendheid kreeg. Nog altijd heeft Groningen vele plekken waar bands (kunnen) optreden, met als jaarlijks hoogtepunt het Eurosonic/Noorderslag festival, waar alles en iedereen die wat in de muziek te betekenen heeftaanwezig is. Groningen is een muziekstad waar een stad als Rotterdam nog een puntje aan kan zuigen.
Door de politiek worden muzikale initiatieven steeds meer de kop in gedrukt, door de steeds gekker wordende restricties die men de organisatoren oplegt. Vele festivals zijn hierdoor de laatste jaren ook verdwenen. Uiteraard heeft dit ook met verminderde subsidie te maken. Maar waren het niet de Romeinen die ooit bedachten ‘Geef het volk brood en spelen’? Stemadvies voor de muziekliefhebber? Geen idee, men belooft van alles maar komt het toch niet na. Mijn ideaalbeeld zou zijn als er op 15 maart aanstaande niemand bij de verkiezingen komt opdagen. Maar dat zal een utopie blijken, net als het bovenstaande voorstel van het CDA het ook niet gaat redden.
Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
Recente reacties