Interviews
Regelmatig verschijnen er interviews door Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen in diverse media. Hieronder aan aantal interviews.
– – – – – – –
Interview Johannes de Boom (The Shavers), juni 2006
Op woensdagavond 14 september 2022 overleed Johannes de Boom, zanger van de Nederlandstalige Rock’n’roll-band The Shavers. Tussen 1997 en 2011 werd menig podium onveilig gemaakt door het uit Noord-Holland afkomstige trio. In oktober 2006 gaf de band een afscheidsconcert in de Waerdse Tempel in Heerhugowaard, om in 2009 weer te starten. Met het overlijden van gitarist Cock de Jong (ex-The Rousers) in oktober 2011 viel het doek voor het populaire trio. In juni 2018 verscheen het prachtige boek ‘Boom – De wonderbaarlijke reis van een Rock-‘n’-Roll reus’, over het leven van zanger Johannes de Boom (Hans Boomsma), die al jaren kampte met reuma. In 2019 gaven The Shavers, met de piepjonge gitarist Eg de Jong (zoon van drummer Theo) nog enkele optredens waaronder in Paradiso.
– – – – – – –
Interview Jules Deelder (maart 2003)
Op 24 november 2019 werd Jules Deelder 75 jaar. In maart 2003 deed Marcel Bizarro een uitgebreid interview met de bekende Rotterdamse nachtburgemeester vanwege zijn optreden in het Pijnackerse poppodium De Trucker vanwege het 30-jarig bestaan. Het werd een memorabel gesprek over o.a. Jimi Hendrix, Herman Brood, Punk, drummen en natuurlijk Sparta.
– – – – – – –
Interview The 5.6.7.8’s. (juli 2004)
Met zijn nieuwste film ‘Once Upon a Time in Hollywood’ staat regisseur Quentin Tarantino weer volop in de belangstelling. Onlangs was zijn meesterwerk Kill Bill 1 op tv te zien. Een van de hoogtepunten van de film was het optreden van The 5.6.7.8’s. In juli 2004 speelde deze Japanse meidenband in Waterfront in Rotterdam. Samen met Janneke Riplet (The Riplets) deed Marcel Bizarro een interview met de dames.
– – – – – – –
Tim Akkerman
Voormalig Di-rect frontman Tim Akkerman staat momenteel weer volop in de belangstelling: hij heeft net een imposante theatertour achter de rug, de nieuwe hit ‘Dance Tonight‘ (zou als nieuwe Bruce Springsteen-single niet misstaan) is net uit en op maandag 8 april is er in het Paard in zijn ‘hometown’ Den Haag de albumpresentatie van ‘Lions Don’t Cry’, die Tim opnam met zijn band ‘The Ivy League’. Half februari had ondergetekende een uitgebreid interview met de sympathieke zanger. Plaats van handeling: de Boterwaag, een prachtig grand café in een 17de eeuws monumentaal pand aan de Grote Markt in de Hofstad. Het werd een memorabel, openhartig gesprek waarin hij terugblikt op zijn alweer 20 jarige muzikale carrière.
Het begin
Al op zesjarige leeftijd raakte Tim geïnteresseerd in popmuziek. Zijn ouders draaiden in de auto vaak muziek. Zijn vader hield van rockbands als Uriah Heep, Pink Floyd en The Who terwijl zijn moeder meer naar softere muziek van Benny Neyman, Don McLean, Robert Long en Paul Young luisterde. Beiden waren echter groot fan van Neil Young. De eerste cd-single die Tim zelf kocht was een guilty pleasure: ‘Wonderful Days’ van Charly Lownoise & Mental Theo, vanwege het leuke deuntje dat het happy hardcore duo van de vooral in Spanje populaire zanger Tony Ronald had ‘geleend’. Het eerste concert dat Tim bezocht was The Nits in het Theater aan ’t Spui. De muzikaliteit heeft Tim Akkerman van zijn opa Jan Akkerman die violist was in het Residentie Orkest, terwijl zijn vader in de sixties drummer was. Tim: ‘Op mijn elfde had ik een drumstel bij elkaar gespaard, maar mijn muziekleraar op school zag dat ik vaak achter de piano zat om deuntjes te spelen en gaf mij een gitaar mee en zo is het allemaal begonnen’.
Di-rect
Op zijn vijftiende had hij zijn eerste bijbaantje bij muziekwinkel Rockpalace. Daar ontmoette hij de talentvolle drummer Jaimie Westland die daar zijn drumstokken kocht. Tim: ‘Mijn collega Dennis van Hoorn kwam in gesprek met de vader van Jaimie en hoorde dat zijn 14-jarige zoon ontzettend veel talent had maar kon geen medemuzikanten van zijn leeftijd vinden. Toen werd ik benaderd maar ik was iets ouder, eenmaal in de oefenruimte zouden we drie covers doen, ik had het minste voorbereid en zij speelden die nummers alsof ze het al jaren kende. Toen speelde ik wat zelfgeschreven liedjes voor en dacht dat lukt ze toch niet maar dat speelden ze ook meteen mee.’ Er was een klik en vanaf dat moment werd er keihard gewerkt. Een jaar later was er een demo cd die op de radio gedraaid werd. Manager Edwin Jansen zorgde dat Di-rect het voorprogramma van Kane kon doen. Hierdoor kreeg de band veel ervaring en een fanbase. In 2000 kreeg de Haagse groep een platencontract. Het eerste album ‘Discover’ met daarop de hits ‘Just the Way I Do’ en ‘Inside My Head’ werd direct goud. Tim: ‘Toen die plaat uitkwam zaten wij in de grootste download bulb van alle artiesten en toch werd de plaat goud. Wij hadden niet eens door hoe bijzonder dat was, wij rolden van het ene succes in het andere’.
Wibi Soerjadi
Uniek was de samenwerking van Di-rect met klassiek pianist Wibi Soerjadi waarmee de single ‘Blind For You‘ werd opgenomen. Tim: ‘Wij zochten een markant persoon, toen kwam Jaimie met Wibi op de proppen, ik ben zelf Chopin-fan en het zou mooi zijn als hij een klassieke vibe aan het nummer kon geven. Via het management werd het contact gelegd en hij deed het. Vervolgens heeft hij zichzelf drie maanden opgesloten om aan het stuk te werken’. Tim vertelde vervolgens dat er een zekere rivaliteit tussen Wibi Soerjadi en Jan Vayne is, Wibi vindt Jan Vayne echt geen goed pianist en vertelde de band: ‘Ik heb het niet uitgeschreven op bladmuziek maar heb het allemaal in mijn hoofd. Ik heb het mijzelf zo moeilijk gemaakt zodat de ik zeker weet dat de langharige pianisten onder ons het niet na kunnen spelen’. Ook had Tim nog een mooie anekdote over het gezamenlijke optreden op Pinkpop: ‘Wij moesten hem het fenomeen festival uitleggen, met allemaal mensen die op een grasveld naar muziek luisteren, hij wist niet eens dat het bestond. Vlak voordat wij opmoesten stonden wij vol spanning en adrenalyne maar hij stond gewoon heel relaxed in zijn witte pak een hamburger te eten.’
Buitenland
Verrassend was dat de band te horen kreeg dat zij een nr. 1-hit in Indonesië hadden met ‘Just The Way I Do‘. Tim: ‘Wij kregen een telefoontje dat zij ons voor een tour uitnodigde. Ik had nog nooit in een vliegtuig gezeten en moest vervolgens ineens 14 uur in zo’n kist. Een raar fenomeen, want dat liedje was thuis op het bankstel geschreven en vervolgens zingt een het grote groep mensen aan de andere kant van de wereld het mee. Wij zijn er een week geweest en het was slopend. Heel veel interviews, opgehaald met security, bij het hotel stonden fans te wachten. We moesten ook met de eigenaar van het hotel op de foto, want die wilde dat op zijn Wall Of Fame, een week eerder was Sting daar nog. Met familie was ik jaren later in Jakarta op vakantie en ik werd er nog steeds herkend.’
In september 2005 reisde het populaire viertal af naar de Verenigde Staten voor de MTV Road Rally. Het was een wedstrijd tegen de Belgische punkband Nailpin. De bedoeling was om zonder geld in een busje vol instrumenten zo snel mogelijk van San Francisco naar New York te rijden en onderweg met optreden het geld te verdienen. Tim: ‘Ik heb in drie weken heel Amerika gezien. Wij hebben van tervoren afgesproken niks te faken en geen geld meegenomen, we hebben meer nachten in een busje geslapen dan in een bed. Dat had zijn charme, wij waren zo’n hechte groep, dat gaf geen enkel probleem. Overal waar mensen ons wilden, gingen wij spelen. Jaimie en ik gingen op straat optreden, Spike en Bas gingen de cafés langs om te kunnen spelen. Ik zou het zo weer doen.’ Ondanks een bliksemstart dwars door de US werd de wedstrijd gewonnen door de Belgische tegenstrevers.
Inspiratiebronnen
In 2003 speelde Di-rect op een speciale avond georganiseerd door een Telecombedrijf in de HMH in Amsterdam waar vele bekende artiesten als Trijntje Oosterhuis, Barry Hay & George Kooymans, Bennie Jolink en Ilse DeLange songs van The Rolling Stones ten gehore brachten. Di-rect speelde daar een aantal sixties-nummers van de populaire Engelse formatie. Op de vraag of de Stones een inspiratie bron voor Tim is, antwoordde hij: ‘Heel eerlijk gezegd minder, Spike was daar meer van. Ik was eerder een Beatle-man. Maar dat maakte Di-rect zo leuk, we gingen nooit voor het halve werk, we gingen altijd vol erin. Ik ben ook meer voor Led Zeppelin en The Who.’ Tim’s laatste wapenfeit met Di-rect was een Theatertour waar zij The Who-opera Tommy speelden. Opvallend detail dat de huidige Di-rect frontman Marcel Veenendaal als achtergrondzanger al meedeed. In 2011 nam Tim deel aan de theatertour ‘The Buddy Holly Story’. Tim: ‘Het werd als musical verkocht en ik krijg vlekken als ik het woord Musical hoor, vreselijk, maar ik twijfelde wel. Maar ik kon wel wat eisen stellen, ik wilde integraal zijn muziek spelen en ik wilde spoed les acteren. Toen mocht ik met grote acteurs spelen’. De grootste inspiratie voor Tim Akkerman is Bruce Springsteen. Tim: ‘The Boss betekent alles voor mij. Ik zag hem voor het eerst in 2001 in Ahoy tijden The Rising tour. Na 2,5 uur begon ik te klagen over mijn benen, maar dacht dat die kerel vol energie een show weg stond te geven en hij ging nog een uur door. Met mijn optredens wil ik dat ook, altijd alles geven’. De show ‘Tim Akkerman sings The Boss’ bracht de zanger een succesvolle theatertournee. Tim: ‘Ik had al wat artiesten gespeeld, ik wilde er voor waken dat ik niet zo’n artiest wordt die altijd in huid van een ander kruipt. Twee jaar geleden deed ik een solo-theater voorstelling met eigen werk geïnspireerd door artiesten als Neil Young, Josh Ritter en Bruce Springsteen. Ter promotie mocht ik een liedje bij RTL Live doen en deed daar ‘The River’. Daar kwamen zoveel positieve reacties op dat we een eenmalig concert planden. Dat was zo snel uitverkocht dat wij er meerdere shows aan toevoegde met als afsluiter een uitverkocht Paard.’
Op eigen benen
Na het vertrek uit Di-rect pikte de zanger alweer snel de draad op. Tim: ‘Dat ik Di-rect verlaten had, kwam gewoon omdat ik een andere richting op wilde qua muziek. Het werd op dat moment niet echt begrepen dat je op het hoogtepunt het schip verlaat. We hebben hele mooie jaren gehad en een goede naam opgebouwd en dat koester ik. Maar het is alweer 10 jaar terug. Vanaf de eerste dag had ik alweer een eigen band, sinds 2014 is dat The Ivy League geworden. Heel veel mensen hadden het idee dat ik alles solo deed, maar dat is niet helemaal waar’. In 2011 verscheen het eerste album ‘Anno’ wat de Album Top 100 bereikte. Drie jaar later kwam de opvolger, het Americana-achtige ‘The Journey’. Tim: ‘Het album is op een gekke manier ontstaan. Ik zat bij een publisher, die geeft een soort voorschot, dat verdien je dan weer terug door het aantal keren dat het op de radio gedraaid wordt. Ik wilde een verlenging maar zij wilden dat ik alleen singles en ep’s uit ging brengen maar dat zat ik niet op te wachten. Toen heb ik met mijn huidige band dit album in de Wisseloord Studio opgenomen. Ik neem altijd drie artiesten die voor mij een bepaalde relevantie hebben qua songwriting, de sound en bepaalde invulling van instrumentarium. Voor ‘The Journey’ had ik Ben Howard, Mumford & Sons en ‘The Rising’ van Bruce Springsteen als referentie gebruikt. Ik wilde een plaat maken waar ik over 20 jaar nog trots op ben.’
Nieuwe plaat
Al voorproefje op de nieuwe plaat ‘Lions Don’t Cry’ verscheen begin dit jaar de single ‘Underestimate‘, met hierin een rock’n’roll-drive zoals Herman Brood in zijn beste tijd. Tim: ‘Ik heb voor deze plaat Pearl Jam en iets van Springsteen als referentie gebruikt. Ik wilde geen overdubs. Ik had de demo’s naar de bandleden gestuurd, de muzikanten zijn hun instrument meester, die wisten waar ik heen wilde. Als je de plaat opzet hoor je ons de studio inlopen, ik zeg ‘Ready’ en dan begint ‘Lions Don’t Cry’. In vergelijking met de voorgaande platen wordt het wel wat steviger. Met ‘Anno’ wilde ik een jaren ’70 sound met strijkers en met ‘The Journey’ wilde ik het met het bandje live spelen maar wel met overdubs en extra lagen. Met de nieuwe plaat hebben we alles tegelijk opgenomen. In drie dagen stond alles erop. Later nog wat overdubs wat zang opnieuw gedaan, maar de plaat heeft zo’n geweldige vibe en is ongelooflijk recht-toe-recht-aan, dat is live ook goed te vertalen’. Met Suburban heeft Tim Akkerman een mooie distributiedeal. Het geheel is via crowdfunding gefinancierd en tot stand gekomen. Tim: ‘Ik heb gewoon aan mijn fans gevraagd of ze alvast het album willen bestellen. Het voelde eigenlijk als bedelen, maar iedereen vond het heel logisch. Daarvan kon ik de studio betalen. Het is ook een referentie of de mensen nog wel op jouw muziek te wachten. Hard maar waar. Gelukkig is het allemaal goed gekomen.’ ‘Lions Don’t Cry’ komt deze week uit op CD en op LP (zowel groen als zwart vinyl).
Hoogtepunt
Op de slotvraag wat Tim als hoogtepunten in zijn loopbaan ziet, zegt hij: ‘Over de hele linie: ik kan er goed van leven. Ik kan 24 uur met muziek bezig zijn. Om mij heen zie ik grote artiesten die een hit hebben en die moeten daarnaast werken. Een ander hoogtepunt: op 5 mei stond ik nog voor 80.000 mensen op het Malieveld, maar ik word ook gevraagd voor een privé-concert in Griekenland en dan word ik opgehaald met een privé jet, erg decadent. Maar ik geniet ook van de kleine dingen dat ik in huiskamers speel, dan zie ik dat de mensen het niet breed hebben en ervoor hebben gespaard om jou daar te laten spelen. Dat je met jouw muziek de mensen een mooie avond kan geven. Maar elke keer als ik het podium op ga, dat was al bij Di-rect, wil ik een feestje bouwen.’
Voor deze website vertelde Tim ook wat zijn favoriete song is (link).
Een recensie van zijn Springsteen-show in het Paard staat hier.
Door Marcel ‘Bizarro’ Mulhuyzen
– – – – – – –
Interviews The Riplets (januari 2003, februari 2007)
De leukste meidenpunkband kwam uit Rotterdam en opereerden onder de naam The Riplets tussen 1998 en 2008. Het eerste gepubliceerde interview n.a.v. de debuut cd ‘Rock ‘N Roll Beat’ stond in januari 2003 in Upmagazine. Later ging het hard met de dames en stonden zij zelfs uitgebreid in de Veronica Gids. Vier jaar later kwamen zij, inmiddels met andere gitariste Ryanne van Dorst (Elle Bandita), voor een optreden naar de Pijnackerse popzaal De Trucker. Ter promotie stond er een interview met zangeres Janneke in de plaatselijke krant de Telstar. Hieronder beide enerverende interviews:
– – – – – – –
Interview John O’Neill en bassist Michael Bradley (The Undertones), maart 2003
In maart 2003 stond er een interview met The Undertones-oprichters gitarist en songwriter John O’Neill en bassist Michael Bradley in het inmiddels niet meer bestaande alternatieve muziekblad Upmagazine. O’Neill was 17 jaar toen hij de punkklassieker ‘Teenage Kicks’ schreef. De single werd opgepikt door de wereldberoemde BBC-dj John Peel. Niet lang daarna werd het een hit in de UK en werden de jonge Noord Ieren naar Londen overgevlogen om in het programma Top Of The Pops aan te treden. De beroemde artiesten die daar optraden mochten altijd een restaurant uitkiezen en meestal koos men voor hele dure etablissementen. The Undertones wilden echter naar McDonalds want die had men niet in hun hometown Londonderry. Die avond was de band in het populaire muziekprogramma te zien, de andere dag was John O’Neill weer terug in de realiteit en liep hij zijn krantenwijk.
– – – – – – –
Interview David Hollestelle (Wild Romance), februari 1998
In maart 1998 bestond het Pijnackerse poppodium De Trucker 25 jaar. De Wild Romance deed er een jamsessie met Powerplay-frontman Jan v.d. Mey en The Bombitas. Ter promotie deden wij een interview met Brood-gitarist David Hollestelle:
– – – – – – –
Interview Anne Govaert en Annelies Kuijsters (Krezip), maart 2006
In april 2006 speelde de populaire formatie Krezip in een grote Feesttent in Pijnacker tijdens de feesten van de Oranje vereniging. Voor de plaatselijke huis-aan-huis krant kreeg ik de gelegenheid een uitgebreid interview met gitariste Anne Govaert en toetseniste Annelies Kuijsters te doen:
– – – – – – –
Interview Peter te Bos, maart 2013
In maart 2013 bestond poppodium De Trucker in Pijnacker 40 jaar. Aangezien er voor het eerst sinds tijden weer een plaat en een tour van Claw Boys Claw op stapel stond, werd de band gevraagd om een try-out in Pijnacker te doen en zo geschiedde. In een recordtijd (3 minuten) waren alle kaartjes uitverkocht. Voor de plaatselijke krant De Telstar toog Marcel naar Amsterdam voor een interview met Peter te Bos:
Recente reacties